Monacor Carpower HPB-350 Notice D'utilisation page 17

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
een motorantenne, eventueel in parallelschakeling
met de motorantenne).
Indien de autoradio niet over een 12 V-uitgang be-
schikt, moet de RMT-aansluiting via het startcontact of
via een afzonderlijke schakelaar met +12 V gevoed
worden.
6.1.2 De +12 V-aansluiting (10)
Verbind de aansluiting +12 V via een kabel met een
doorsnede van minstens 10 mm
van CARPOWER) met de positieve klem van de auto-
batterij. Om een kortsluiting op de nieuwe 12 V-kabel
te vermijden, moet u in elk geval een zekering van 40 A
kortbij de batterij in de kring schakelen (figuur 3).
Voor de stabilisering van de bedrijfsspanning aan
de eindversterker en de hiermee gepaard gaande ren-
dementsverhoging en klankverbetering wordt een
Power-condensator aanbevolen (bv. CPS-500 of CPS-
1000 van CARPOWER).
6.1.3 De GND-aansluiting (8)
Verbind de massaklem GND via een kabel met mini-
mumdoorsnede van 10 mm
CARPOWER) met de massa van de auto of recht-
streeks met de negatieve klem van de autobatterij. Om
aardlussen te vermijden, moet de massa van de auto-
radio verbonden worden met hetzelfde punt waarmee
de eindversterker met de massa verbonden is.
6.2 Ingangen
Verbind de beide INPUT-ingangen (7) via cinch-kabels
met de betreffende lijnuitgangen van de autoradio. In-
dien de radio geen lijnuitgangen heeft, dan kunt u de
luidsprekeruitgangen van autoradio ook via een aan-
gepaste transformator (bv. FGA-20 van CARPOWER)
met de ingangen van de eindversterker verbinden.
6.3 De luidsprekers
U kunt breedband- of satellietluidsprekers en basluid-
sprekers of een subwoofer gebruiken. Het grootste uit-
gangsvermogen wordt bereikt bij de aansluiting van
luidsprekers van 2 Ω of een luidsprekergroep met een
totale impedantie van 2 Ω per kanaal (bv. twee luid-
sprekers van 4 Ω of vier luidsprekers van 8 Ω, parallel-
geschakeld). U kunt evenwel ook afzonderlijke luid-
sprekers van 4 Ω of 8 Ω aansluiten, waarbij het uit-
gangsvermogen lager ligt.
Belangrijk! Alle luidsprekers moeten een dubbelpo-
lige aansluiting hebben met de eindver-
sterker, d.w.z. zonder gemeenschappe-
lijke massaverbinding.
Bij de keuze van een geschikte luidspre-
ker moet u in ieder geval rekening hou-
den met de mechanische en elektrische
belastbaarheid ervan in combinatie met
het gebruikte eindversterkervermogen
(zie ook technische gegevens van de
eindversterker op pagina 18).
6.3.1 Basluidsprekers of subwoofers
Sluit een subwoofer van 2 Ω (of twee resp. vier bas-
luidsprekers van 4 Ω resp. 8 Ω in parallelschakeling)
aan op de klemmen MONO SUB CHANNELS (13) ter
(bv. CPC-100/RT
2
(bv. CPC-100/SW van
2
ondersteuning van de hoofdluidspreker in het onderste
basbereik. Omdat het menselijke oor lage tonen ruim-
telijk niet kan lokaliseren, functioneert het baskanaal
steeds in mono-modus.
Belangrijk! De aansluitingen MONO SUB CHANNEL 1
en MONO SUB CHANNEL 2 (13) van het
baskanaal zijn parallelgeschakeld, d.w.z.
dat de totale impedantie van de hierop
aangesloten luidsprekers niet lager mag
liggen dan 2 Ω.
Luidsprekeraansluitingen op de onderste klemmenrij
MONO SUB CHANNELS (13):
1+ = + linker basluidspreker resp. + subwoofer*
1- = - linker basluidspreker resp. - subwoofer*
2+ = + rechter basluidspreker
2- = - rechter basluidspreker
* Omdat de geluidsgolven van de subwoofer en van de over-
ige luidsprekers een verschillende looptijd hebben, dient de
subwoofer eventueel omgepoold te worden. Dit betekent
dat u de positieve en negatieve aansluitingen moet omwis-
selen.
Stel met de regelaar LP SUB (1) de scheidingsfre-
quentie voor de basluidsprekers resp. voor de sub-
woofer in op het bereik 30 – 350 Hz (hoe lager de bo-
venste grensfrequentie, hoe moeilijker een subwoofer
akoestisch gelokaliseerd kan worden; hoe hoger de
grensfrequentie, hoe sterker de basondersteuning).
Lees de technische gegevens van de gebruikte luid-
sprekers voor correct gebruik.
6.3.2 Breedbandluidsprekers
Indien u breedbandluidsprekers gebruikt, plaats de
schuifschakelaar XOVER (4) dan in de stand OUT, en
sluit de luidspreker aan op de bovenste klemmenrij
(12):
CHANNEL 1 L+ = + linker luidspreker
CHANNEL 1 L- = - linker luidspreker
CHANNEL 2 R+ = + rechter luidspreker
CHANNEL 2 R- = - rechter luidspreker
6.3.3 Satellietluidsprekers
Indien u satellietluidsprekers gebruikt, plaats de
schuifschakelaar XOVER (4) dan in de stand IN, en
sluit de luidsprekers aan op de bovenste klemmenrij
(12):
CHANNEL 1 L+ = + linker satellietluidspreker
CHANNEL 1 L- = - linker satellietluidspreker
CHANNEL 2 R+ = + rechter satellietluidspreker
CHANNEL 2 R- = - rechter satellietluidspreker
Stel met de regelaar HP L&R (5) de scheidingsfre-
quentie voor de satellietluidsprekers in op het bereik
30 – 350 Hz. Stel ongeveer dezelfde waarde in als voor
de subwoofer. Immers, een te hoge scheidingsfre-
quentie leidt in een bepaald frequentiebereik tot ver-
mindering van het vermogen resp. een te lage schei-
dingsfrequentie in het overlappingsbereik van subwoo-
fer en satellietluidsprekers leidt tot klipping. In beide
gevallen vindt een klankverkleuring plaats.
NL
B
17

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

14.1760

Table des Matières