Voor Zwembadwater; Chemische Eigenschappen, Condities En Voorzorgsmaatregelen Voor Zwembadwater - Pentair INTELLICHLOR IC15 Installation Et Guide D'utilisation

In dit hoofdstuk wordt de opstartprocedure beschreven, evenals de bedieningsinstrucies voor de IntelliChlor
elektronische chloor

Chemische eigenschappen, condities en voorzorgsmaatregelen voor zwembadwater

1. Schoon zwembadwater: Een onlangs gevuld of opnieuw gevuld zwembad kan ongewenste materialen
bevatten. Deze ongewenste materialen kunnen een correcte productie van chloor met de IntelliChlor
belemmeren. Zorg ervoor, dat het water door een zwembaddeskundige wordt getest en in balans is
voordat de IntelliChlor elektronische chloorgenerator wordt ingeschakeld.
2. De pH-waarde die door de IntelliChlor elektronische chloorgenerator wordt geproduceerd ligt vrijwel op
een neutrale pH-waarde. Echter ook andere factoren zorgen meestal voor een stijging van de pH-waar-
de van het zwembadwater. Daarom wordt de pH-waarde in een zwembad dat met de IntelliChlor van
chloor wordt voorzien, stabiel op een waarde van 7,8 gehouden. Dit valt binnen de APSP-norm. Als de
pH-waarde in een zwembad tot boven 7,8 stijgt, moet een deskundige het zwembadwater testen om te
onderzoeken of factoren als hoge kalkhardheid of extreme alkaliteit de oorzaak zijn en daarna het water
weer in balans brengen.
3. Bij het superchloreren wordt het vuil van zwemmers dat aan het chloor is gehecht, verwijderd. Dit
bevrijdt het chloor voor desinfectie. Dit wordt bereikt door het chloorpeil snel en aanzienlijk te verhogen.
Indien het chloorpeil tot tien (10) keer de hoeveelheid gecombineerd chloor (meestal 5 tot 10 ppm) is
gestegen wordt dat superchloreren genoemd. Omdat het zwembadwater continu door de IECG stroomt
terwijl de unit is ingeschakeld, wordt al het water in de IECG door middel van superchloreren gedesin-
fecteerd. Indien de IntelliChlor elektronische chloorgenerator wordt gebruikt voor zwembaden, bruist het
zwembadwater en het prikt niet in de ogen door het ontbreken van chlooramines.
Opmerking: Indien het zwembad voor het eerst wordt gebruikt, is het raadzaam om voor het superchlo-
reren een externe bron, bijv. een shockbehandeling zoals verkrijgbaar bij uw lokale zwembadleveran-
cier, te gebruiken.
4. Er mogen geen chlooramines in het zwembadwater zitten. Chlooramines worden gevormd als ammo-
niak (zoals in urine of zweet) wordt gecombineerd met chloor. Het bindt zich aan het chloor in uw zwem-
bad zodat het chloor niet meer goed desinfecteert. Chlooramines zorgen bovendien voor prikkende
ogen en een vieze geur. Daarom is het superchloreren nodig om chloramines te verwijderen als het
zwembad voor het eerst in gebruik wordt genomen en wanneer dat nodig is om het juiste chloorgehalte
te garanderen.
5. Cyanuurzuur wordt gebruikt voor buitenbaden om het chloorgehalte te stabiliseren en op het juiste peil
te houden. 90% van het niet-gestabiliseerde chloor wordt binnen 2 uur vernietigd door UV-straling van
de zon.
Cyanuurzuur stabiliseert het chloor in het water tegen afbraak door UV-straling. Bij het gebruik van de
IECG moet het gehalte aan cyanuurzuur tussen 30 - 50 ppm liggen. Zie tabel 3, op pagina 14. Opmer-
king: GEBRUIK GEEN CYANUURZUUR VOOR BINNENBADEN.
6. Totaal opgeloste vaste stoffen (TDS): door zout aan het zwembadwater toe te voegen, stijgt het TDS-
gehalte. Omdat dit geen ongunstig effect op de chemische eigenschappen of helderheid van het zwem-
badwater heeft, moet de deskundige die het zwembadwater test op TDS, erop attent worden gemaakt
dat er zout aan het IntelliChlor-systeem is toegevoegd. De persoon die de TDS-test uitvoert (zie pagina
22) mag dan het zoutgehalte aftrekken om te komen tot een TDS-gehalte dat vergelijkbaar is met een
TDS-waarde voor zoetwaterzwembadwater.
7. Metalen - sommige metalen, bijv. koper en ijzer, veroorzaken een verlies aan chloor. Bovendien kunnen
metalen vlekken op uw zwembad veroorzaken. Metalen kunnen ook de IntelliChlor elektronische chloor-
generator beschadigen. Laat uw zwembad door de lokale deskundige controleren op metalen en vraag
hem naar de mogelijkheden om deze te verwijderen.
8. Door nitraten en fosfaten kan de chloorvraag aanzienlijk stijgen en de werking van het chloor aanzienlijk
verslechteren. Soms zorgen nitraten zelfs voor een verlaging van het chloorgehalte tot nul. Uw lokale
deskundige kan het water testen op nitraten en fosfaten. Natuurlijk is een nitraatwaarde van 0 ppm ide-
aal, echter de eigenaar van het zwembad moet garanderen dat de nitraatwaarde NIET BOVEN 10 ppm
komt. Fosfaten mogen een waarde van 125 deeltjes per miljard (ppb) niet overschrijden.
IntelliChlor elektronische chloorgenerator installatie- en gebruiksaanwijzing
en voorzorgsmaatregelen voor zwembadwater
generator.
Chemische eigenschappen, condities
Hoofdstuk 2
9