FAAC 950 BM Manuel D'installation page 12

NEDERLANDS
5.2. DE REGELTRIMMERS AFSTELLEN
Op de programmeerunit zitten regeltrimmers (fig.8) voor de
hieronder opgesomde parameters:
Trimmer TR1 om de openingsnelheid te regelen.
Regeling van 4 tot 10 seconden.
Trimmer TR2 om de sluitsnelheid te regelen.
Regeling van 4 tot 10 seconden.
Trimmer TR3 om de pauzetijd te regelen (AUTOMATISCHE logica).
Regeling van 0 tot 30 seconden.
5.3. SIGNALERINGLAMPJES
Led LD1 = Groene LED - spanning elektrische motor.
Led LD2 = Rode LED - signalering SET-UP/Alarm.
Led LD3 = Groene LED - spanning 5V.
MICROSCHAKELAARS
OFF
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ON
5.4. DE MICROSCHAKELAARS PROGRAMMEREN (fig.9)
Op de programmeerunit zitten enkele microschakelaars waarmee de
volgende functies kunnen worden gekozen.
Het systeem wordt geleverd met alle microschakelaars op OFF.
5.4.1. MICROSCHAKELAAR NR.1 - SLUITSLAG
Met deze functie verhoogt men de sluitkracht door het
overbrengingssysteem extra te laten werken zodra de deur op de
mechanische sluitingaanslag komt.
Wij raden aan deze functie in te schakelen om het activeren van
het elektrisch slot te vereenvoudigen.
OFF = Functie UITGESCHAKELD
ON = Functie INGESCHAKELD
5.4.2. MICROSCHAKELAAR NR.2 - SET UP
Als een arm "met glijschoen" wordt gemonteerd, of bij openingen
groter dan 90°, dient deze microschakelaar ingeschakeld te
6.1 LAY-OUT EN BESCHRIJVING
worden.
Met deze functie kan de werkwijze van het systeem worden
gekozen als de keuzeschakelaar in stand "2" staat.
Als deze functie is ingeschakeld, kan men een openingcommando
geven door even tegen de gesloten deur te duwen. Om het
commando te activeren, dient u slechts aan de deur te trekken
of ertegen te duwen in de openingrichting.
OPGELET: Het is niet raadzaam deze functie in te schakelen als
er een sterke wind op de deur staat, afhankelijk van de constructie
en de afmetingen van de deur; sterke wind kan het mechanisme
inschakelen en de deur automatisch openen of sluiten.
Fig. 9
Om het mechanisme dat zorgt voor de beveiliging STOP tijdens
de hele beweging van de deur in te schakelen (TOTAAL) of dit
mechanisme uit te schakelen bij een openingsbeweging van
meer dan 70° (PARTIAL).
Als de STOP-beveiliging geactiveerd wordt door een actieve
sensor die op de deurvleugel is gemonteerd en de PARTIAL-
functie is ingeschakeld, voorkomt men dat eventuele obstakels
worden waargenomen (bijv. zijwanden) die de beweging zouden
kunnen onderbreken.
Om de deur RS232 met de PC te verbinden om de software bij te
werken. In normale bedrijfsomstandigheden staat de dip switch
op OFF.
6. ELEKTRONISCHE APPARATUUR 950 I/O
5
OFF = Functie UITGESCHAKELD
ON = Functie INGESCHAKELD
5.4.3. MICROSCHAKELAAR NR.3 - FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
(STAND " 2 ")
OFF = Functie HANDBEDIENING
ON = Functie NACHT
5.4.4. MICROSCHAKELAAR NR.4 - PUSH AND GO
OFF = Functie UITGESCHAKELD
ON = Functie INGESCHAKELD
5.4.5 . MICROSCHAKELAARS NR. 5/6/8/9 - NIET ACTIEF
5.4.6. MICROSCHAKELAAR NR. 7 - BEVEILIGING STOP
OFF = Functie TOTAAL
ON = Functie PARTIAL
5.4.7 MICROSCHAKELAAR NR.10 - DEUR RS232
OFF = Deur UITGESCHAKELD
ON = Deur INGESCHAKELD
NEDERLANDS
Fig. 10