Mogelijke oplossing
Zorg ervoor dat het inzetzakje geïnstalleerd is. Open het deksel van het apparaat en
installeer het inzetzakje op correcte wijze. Druk op Start.
Sluit het deksel en druk op Start.
Controleer of de stekker aan de achterkant van het apparaat volledig in het contact zit.
Trek de stekker uit het wandstopcontact en probeer een ander stopcontact.
Zorg ervoor dat de pin van de adapter voor de infuusstandaard ingedrukt is vóór de
installatie en op zijn plaats valt zodra de adapter in de standaardmontagegleuf schuift.
Laat de melk afkoelen vóór het voeden. Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn.
Opm.: te hoge temperaturen kunnen schadelijk zijn voor sommige actieve immunologi-
sche eigenschappen van moedermelk.
Plaats de melk binnen 60 seconden terug in het apparaat en druk op Start om ze verder
te verwarmen.
Start geen nieuwe verwarmingscyclus.
Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn. Haal de melk meteen uit het apparaat zodra
de ontdooicyclus ten einde is.
Zorg ervoor dat het deksel dicht is en dat het inzetzakje goed vastzit. Als u een spuit
gebruikt, moet u ervoor zorgen dat ze vervangen is vooraleer op Start te drukken.
Zorg ervoor dat het inzetzakje goed vastzit en de spuit zich in het midden bevindt. Als
het apparaat zich in de buurt van een intense infraroodlichtbron bevindt, zoals zonlicht of
warmtelampen, moet u het verplaatsen.
Houd de aan/uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt of trek de stekker uit
het stopcontact, wacht 10 seconden, steek de stekker terug in het stopcontact en druk
op de aan/uit-knop.
Terugsturen voor onderhoud.
Zorg ervoor dat de ventilator niet geblokkeerd is.
Laat het apparaat op kamertemperatuur komen vooraleer het te gebruiken.
Zorg ervoor dat het apparaat op een plaats staat met voldoende ventilatie op
kamertemperatuur.
Zorg ervoor dat de luchtopeningen onder en achterop het apparaat niet
versperd zijn.
NL
65