afbeeldingen
6 bajonetsluiting
7 veiligheidsknop
1 uitsteeksels
8 kan
2 dop
9 handgreep
3 gleuven
10 voetstuk van de kan
4 opening
11 afdichting
5 deksel
het deksel aanbrengen
8 Zet het deksel op de kan en draai het rechtsom om het te sluiten en de veiligheidsknop in
werking te stellen.
9 Lijn de uitsteeksels op de zijkanten van de dop uit met de gleuven in de opening van het
deksel, plaats de dop in de opening en draai hem ongeveer µ slag rechtsom om hem te
vergrendelen.
10 Schakel het apparaat niet in zonder de dop aan te brengen.
inschakelen
11 Steek de stekker in het stopcontact.
12 Druk de 3 toets en laat los.
a) het lampje gaat aan
b) het scherm geeft 0
de snelheid-bedieningsknop
13 Druk op u om de snelheid te verhogen, op d om de snelheid te verlagen.
14 Het bereik loopt van 1 (laag) tot 12 (hoog).
15 De motor stopt wanneer het scherm 0 toont.
16 Om snel te stoppen, drukt u op 3.
17 Gewoonlijk stemmen grote hoeveelheden, dikke mengsels en een hoge verhouding van
vaste stoffen tot vloeistoffen overeen met een langere timing en langzamere snelheden.
18 Kleinere hoeveelheden, dunnere mengsels en meer vloeistoffen dan vaste stoffen stemmen
overeen met een kortere timing en hogere snelheid.
19 Om oververhitting te voorkomen, dient u de motor niet langer dan 2 minuten onafgebroken
te laten draaien. Zet het apparaat na 2 minuten minstens 2 minuten uit om de motor te laten
afkoelen.
20 De meest doeltreffende methode is mixen gedurende een korte tijd, stoppen en het
resultaat controleren, en vervolgens opnieuw mixen: mixen – controleren – mixen, tot u het
gewenste resultaat bereikt.
de pulse-toets Y
21 Als u de pulse-toets (Y) indrukt, heft u de snelheid op die ingesteld werd met de
snelheidstoetsen en dit biedt u een hoge snelheidstoot.
22 Wanneer u de knop Y loslaat, keert de motor terug naar de ingestelde snelheid.
23 U kunt deze ook gebruiken onafhankelijk van de snelheidstoetsen.
automatische uitschakelen
24 Als u de motor laat draaien, wordt hij na 2 minuten automatisch uitgeschakeld om
oververhitting te voorkomen.
25 In dit geval laat u hem ten minste 2 minuten afkoelen en herstellen.
ingrediënten toevoegen
26 Om ingrediënten toe te voegen tijdens de werking van de blender, verwijdert u de dop, giet
u de nieuwe ingrediënten door de opening en plaatst u de dop terug.
27 Controleer of de kan door de toegevoegde ingrediënten niet voller is dan 1500ml.
12 messen
18 ontgrendelen
13 messeneenheid
19 vergrendelen
14 scherm
20 messeneenheid (omgekeerd)
15 lampje
21 voetstuk van de kan (onderzijde)
16 schakelaar
17 motorblok
15