Figuur 4
4. Nu de vier borgringmoeren handvast zijn aangedraaid,
staat de beweging van de kogelgewrichten van
de steunstang nauwkeurige positionering van de
Halo-ring boven de operatieplaats toe. U kunt de
hoogte van de ring boven het veld wijzigen door de
borgringmoeren op de steunbeugels los te draaien
zodat de steunstangen onbelemmerd kunnen worden
verschoven (fig. 5).
Figuur 5
5. Nadat de Halo-ring juist is geplaatst, draait u de
moeren van de vier borgringen goed aan met de
sleutel. Draai eerst de borgringmoeren van de
steunbeugels aan en vervolgens die op de steunen
van de Halo-ring (fig. 6).
6. Zet het ingebouwde handsteunsegment van de
Halo-ring onder de gewenste hoek voor een maximaal
operatieveld door de vingerschroeven van de Halo-
ring linksom te draaien en vervolgens weer rechtsom
te draaien om de handsteun vast te zetten (fig. 7). De
Halo-ring kan worden teruggeklapt om een tweede
retractielaag te verkrijgen of teneinde de voorste helft
van het operatieveld te openen voor een nog grotere
mate van blootstelling van de operatieplaats (fig. 8).
66
NL – NEDERLANDS
Figuur 6
Figuur 7