NL
6. Maak de voorste veiligheidsgordels vast volgens de instructies van het op de aangegeven
plaats riem-systeem van de fabrikant (Figuur 1). Deze plaats is gemarkeerd op de rolstoel
door een symbool (Figuur 2).
7. Rol de rolstoel naar achteren tot de voorste gordels strak zijn.
8. Zet de remmen van de rolstoel aan.
9. Maak de achterste veiligheidsgordels vast volgens de instructies van het op de aangegeven
plaats riem-systeem van de fabrikant (Figuur 1). Deze plaats is gemarkeerd op de rolstoel
door een symbool (Figuur 2).
Procedure om de rolstoelgebruiker vast te maken:
1. Verwijder beide armsteunen.
2. Indien aanwezig, bevestig de rolstoel bekkengordel.
3. Bevestig het veiligheidssysteem voor inzittenden
volgens de instructies van het riemsysteem van de
fabrikant.
4. Draag de bekkengordel laag over de voorkant van de
bekken, zodat de hoek van de bekkengordel binnen de
gewenste zone van 30° tot 75° met de horizontale is,
zoals op de tekening aangeven.
5. Een steilere (grotere) hoek binnen de gewenste zone is
wenselijk.
6. Trek de riem strak aan volgens de instructies van het
riem-systeem van de fabrikant en in overeenstemming met het comfort van de gebruiker.
7. Zorg ervoor dat de veiligheidsriem verbonden wordt in een rechte lijn aan het ankerpunt van
het voertuig en dat er geen bochten in de riem zichtbaar zijn, bijvoorbeeld op de as van het
achterwiel.
8. Installeer de armleuningen indien gewenst. Zorg ervoor dat de gordels niet gedraaid zijn of
weggehouden worden van het lichaam door rolstoel onderdelen zoals armsteunen of wielen.
9. Plaats de gordelgesp zo dat de ontgrendelingsknop niet geraakt kan worden door onderdelen
van de rolstoel bij een botsing.
10. Zorgt ervoor dat de schoudergordel goed over de schouder passen, zie figuur 4.
Figure 1
Figure 2
6
Trigo T
2021-10
Voor gebruik