8 Totaalvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
Na instellen op de gewenste geluidsbron draait u aan
deze knop om de geluidssterkte naar wens in te
stellen.
9 Functiekeuzeknop (FUNCTION)
Draai hieraan om in te stellen op het apparaat dat u
wilt gebruiken.
Voor keuze van de
Videorecorder
DVD videospeler of
laserdisc-speler
TV of satelliet-ontvanger
Minidisc-recorder of
cassettedeck
Compact disc speler of
SACD-speler
Ingebouwde tuner
Platenspeler
Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat
apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron.
• Na het kiezen van een videorecorder, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u
dit in op weergave van de gekozen component/beeldbron.
Beeld/geluidsbron-keuzetoets (MODE)
Druk hierop om naast de gekozen weergavebron een
aanvullende beeld/geluidsbron te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Standaard aanduidingen
t V:XXX t A:XXX
Eerst gekozen weergavebron T
Druk op de MODE toets
om in te stellen op
V:XXX
A:XXX
Draaien voor weergave
VIDEO 1 of VIDEO 2
DVD/LD
TV/SAT
MD/TAPE
CD/SACD
TUNER
PHONO
En draai aan de FUNCTION
knop voor keuze van
Een beeldbron voor weergave in
combinatie met de eerder
gekozen geluidsbron
Een geluidsbron voor weergave
in combinatie met de eerder
gekozen beeldbron
q; Ingangssignaal-keuzetoets (INPUT MODE)
Druk op INPUT MODE om de ingangsstand voor uw
digitale componenten te kiezen. Bij elke druk op de
toets verandert de ingangsstand van de geselecteerde
component.
Kies de stand
AUTO 2CH
COAXIAL FIXED
OPTICAL FIXED
ANALOG 2CH FIXED
Wanneer MULTI CH aan een bepaalde functie wordt
toegekend via het SET UP menu (pagina 51),
verschijnen "AUTO MULTI CH" en "MULTI CH
FIXED" in plaats van "AUTO 2CH" en "ANALOG
2CH FIXED".
Kies de stand
AUTO MULTI CH
MULTI CH FIXED
qa Geluiddempingstoets (MUTING)
Druk hierop om de geluidsweergave te dempen.
MUTING verschijnt in het uitleesvenster wanneer het
geluid is onderdrukt.
Om
Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de AUDIO IN
(L/R) aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluitingen.
Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
OPTICAL ingangsaansluitingen
Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de AUDIO IN (L/
R) aansluitingen.
Om
Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de MULTI CH
IN aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de MULTI CH IN
aansluitingen.
25
NL