Luchtgordijninstallatie plaatsen
De installatie moet zo worden geplaatst dat het luchtgordijn zo dicht mogelijk bij de deurwand
ligt en de uitblaashoogte zo mogelijk gelijk ligt met de bovenkant van het deurkozijn (zie teke-
ning).
De lucht van de installatie moet ongehinderd kunnen worden uitgeblazen, zonder belemmering
van eventuele onderdelen van het gebouw, deuraandrijvingen, enzovoort.
De maximale voor de modelreeks voorgeschreven uitblaashoogte mag niet worden overschre-
den. De modelserie is te vinden op het typeplaatje. Dit bevindt zich standaard binnen in de
installatie (op het inspectieluik).
De ruimtetemperatuur mag minimaal +4°C en maximaal +40°C bedragen.
De uitblaastemperatuur mag maximaal +55°C bedragen.
Uitblaashoogte (maximaal)
Apparaattype
Easyair S
Easyair M
Easyair L
Easyair LXX
54
Max. uitblaashoogte/luchtworp
2,40 m
2,80 m
3,20 m
4,10 m