2.9.3
Cavitatie
Te lange leidingen verhogen de weerstand. Daardoor bestaat het
gevaar van cavitatie.
2.9.4
Oververhitting
De volgende factoren kunnen tot oververhitting van de pomp leiden.
2.9.5
Drukpieken
Abrupt sluitende afsluiters kunnen drukstoten veroorzaken, die de
maximaal toelaatbare huisdruk van de pomp meerdere malen
overschrijdt.
2.9.6
Blokkeren van de pomp
Vuildeeltjes in de zuigleiding kunnen de pomp verstoppen en blokkeren.
2.9.7
Lekkage-afvoer
Ontoereikende lekkage-afvoer kan de motor beschadigen.
06/2014
VG 766.2000.055
Controleren of de zuigleiding dicht is.
De maximale lengte van de leiding in acht nemen.
Pomp alleen inschakelen bij half geopende afsluiters aan de
perszijde.
Afsluiters aan de zuigzijde volledig openen.
Te hoge druk aan de perszijde.
Foutief ingestelde motorbeveiligingsschakelaar.
Te hoge omgevingstemperatuur.
Pomp niet gebruiken bij gesloten afsluiters.
Bij pompen met een draaistroommotor, motorbeveiligingsschakelaar
installeren en juist instellen.
De toelaatbare omgevingstemperatuur niet overschrijden.
Drukstootdempers of windhelm inbouwen.
Pomp niet zonder filtermandje respectievelijk handgreep voor
filtermandje in bedrijf nemen.
Pomp voor ingebruikname en na langere stilstand of opslag
controleren om te zien of deze soepel loopt.
Lekkage-afvoer tussen pomphuis en motor niet verstoppen of
afdichten.
2 Veiligheid
NL 87