KOPPEL DE DEURARM AAN DE SLEDE
A. INSTALLATIE BIJ KANTELDEUR:
Haak de wagen los (C-rail: Trek aan de handontgrendeling; T-rail:
Trek de handontgrendeling naar beneden en naar achteren (naar de
opener toe).
Trek de handbediende ontkoppelingshendel naar beneden om de slede
los te maken. Verbind het rechte deurarmgedeelte (1) met ijzerwaren
(3, 4, 5) aan het gebogen deurarmgedeelte (2) zodat u bijna de langst
mogelijke lengte krijgt.Bevestig, terwijl de deur gesloten is, het rechte
stuk van de deurarm aan de deursteun met behulp van een sluitpin (6).
Blokkeer de pin met een klemring (7).. Het gebogen gedeelte van de
deurarm aan de slede met behulp van de overblijvende sluitpin.
Blokkeer de pin met de klemring.
Maak als laatste stap de slede weer vast (C-rail: draai aan de metalen
ontgrendeling, zie afbeelding 13 midden; T-rail: trek de
ontgrendeling recht naar beneden) en maak de deur met de hand
open totdat de slede wordt ingeschakeld.
B. INSTALLATIE BIJ SEKTIONALE DEUR:
Sluit de garagedeur en haak de wagen los zoals beschreven onder A,
op de voor uw railtype juiste wijze.
Schuif de slede ongeveer 50mm van de deur af. Bevestig de rechte
deurarm (1) met een splitpen (6) door het gat in de deurarmvebinding
op de slede. Zet vast met een ringbevestiging (7). Maak de gebogen
deurarm (2) aan de deursteun vast met de resterende splitpen en
ringbevestiging. Breng de armdelen naar elkaar toe. Breng twee paar
gaten op één lijn en bevestig de delen aan elkaar met de daarvoor
bestemde ijzerwaren (3, 4,5). Kies voor maximale stijfheid gaten die zo
ver mogelijk uit elkaar liggen.
Als laatste haakt u de wagen weer vast zoals beschreven onder A, op
de voor uw railtype juiste wijze en maak de deur met de hand open
totdat de slede wordt ingeschakeld.
HET AFSTELLEN
DE EINDSTANDEN PROGRAMMEREN
Bewegingseindstanden reglen de punten waarop de deur stopt bij het
omhoog en omlaag gaan. Volg de onderstaande stappen om de gewenste
bovenste stand in te stellen. De onderste stand wordt automatisch tijdens
stap 4 ingesteld. Tijdens deze stap moet u de met u opener meegeleverde
afstandsbediening gebruiken. Andere afstandsbedieningen werken niet
totdat de code ervan in de ontvanger van uw opener geprogrammeerd is
(Zie AProgrammeer uw opener en afstandsbediening).
N.B.: De deur moet 40-80cm boven de vloer zijn nadat de rail
geïnstalleerd is en de slede is aangesloten.
1. Gebruik de twee knoppen (1), (2) op het bedieningspaneel om de
eenheid op de eindstandinstelmodus in te stellen:
Houd de knop PROG (2) terwijl u de knop
drukt, en laat vervolgens beide knoppen los. Het signaallamp (3)
knippert langzaam. De operator is nu in de eindstandleermodus.
2. Druk op de linker knop (1) totdat de deur naar de gewenste eindstand
omhoog gaat. Als de deur voorbij de gewenste bovenste eindstand
gaat, gebruikt u de knop PROG (2) om de deur omlaag te brengen.
Controleer om er zeker van de zijn dat de deur hoog genoeg is voor uw
auto. Stel de hoogte zo nodig af met gebruik van beide knoppen.
3. Plaats een stuk hout van 50mm dik op de vloer onder het midden van
de deur.
4. Druk op de drukknop (4) van de afstandsbediening of de
wanddrukknop. De deur gaat naar beneden, raakt het blok aan, gaast
weer omhoog en stopt in de bovenste eindstand. Het signaallamp stopt
met knipperen en gaat uit. De opener heeft de bovenste en onderste
eindstanden geleerd. Verwijder het houten blok.
Als de deur tijdens stap 4 weer omhoog gaat voordat het blok is
aangeraakt, moet u de omlaagkracht vergroten (Zie Afstellen van de
kracht dat hierop volgt) en herhaal vervolgens de bovenstaande
stappen 1-4.
Als de deur stopt voordat de bovenste eindstand wordt bereikt, moet
u de omhoogkracht met kleine stappen vergroten totdat de bovenste
eindstand wordt bereikt. (Zie Afstellen van de kracht dat hierop volgt).
Herhaal stap 4.
114A2445C-NL
16
17
20
-
17
aan de linkerkant (1)
AFSTELLEN VAN DE KRACHT
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de
deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15kg). Als de sluitkracht op een
waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet het
Protector System geïnstalleerd worden.
Gebruik het bijstellen van de kracht niet om het klemmen van de
garagedeur te compenseren. Excessieve kracht beïnvloedt de
deugdelijke werking van het veiligheidssysteem en kan schade aan
de deur veroorzaken.
Krachtafstelregelaars (1 en 2) bevinden zich op de bedieningspaneel.
Als de kracht te zwak is afgesteld, kan de beweging van de deur
onderbroken worden door ongewild weer omhooggaan tijdens de
neergaande beweging of door ongewenst stoppen tijdens de opgaande
beweging. Weersomstandigheden kunnen van invloed zijn op de beweging
van de deur, daarom kan het nodig zijn de kracht af en toe bij te stellen.
De kracht kan maximaal over een gebied van 260 graden worden
bijgesteld, dat is ongeveer 3/4 van een hele slag. Forceer de
stelschroeven niet voorbij dat punt. Draai de stelschroeven voor het
afstellen van de kracht met een schroevedraaier.
Test de neergaande (sluit) kracht: grijp de deurhandgreep of onderkant
van de deur als deze halverwege de neergaande (sluit) slag is. De deur
moet nu vanzelf weer omhoog gaan. (Omkering halverwege het naar
beneden gaan garandeert niet dat omkering op een obstructie van 50mm
zal plaatsvinden.) Als het moeite kost de deur tegen te houden, of als hij
niet weer omhoog gaat, verminder dan de neergaande (sluit) kracht door
de stelschroef (2) naar links te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat
de deur normaal omkeert. Laat de opener na elke bijstelling een complete
bewegingscyclus uitvoeren.
Als de deur niet helemaal dicht gaat (50mm of minder van de
gesloten stand) of als de deur weer omhoog gaat tijdens de omlaag
(sluit-) cyclus: vergroot de neergaande (sluit) kracht door de
stelschroef (2) naar rechts te draaien. Stel met kleine beetjes bij totdat de
deur de sluitingscyclus voltooit. Laat de opener, na elke bijstelling een
volledige bewegingscyclus uitvoeren. Vermeerder de kracht niet voorbij de
minimum voor het sluiten van de deur benodigde hoeveelheid.
Als de deur stopt voordat hij bij de bovenste eindstand komt:
Vergroot de omhoog- (open-) kracht door de regelaar (1) met de klok mee
te draaien. Maak de afstelling in kleine stappen totdat de deur helemaal
open gaat. Laat de opener na elke afstelling door een volledige
bewegingscyclus gaan.
TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM
Het is belangrijk het veiligheidssysteem te testen. De
garagedeur moet bij contact met een 50mm hoog obstakel
op de vloer vanzelf weer omhoog gaan. Het niet goed
afstellen van de opener kan ernstig lichamelijk letsel door
een sluitende garagedeur tot gevolg hebben. Herhaal de test eens in
de maand en stel de opener zonodig bij.
Werkwijze: Begin altijd met de deur helemaal in de openstand. Leg een
50mm hoog obstakel (1) op de vloer onder de garagedeur. Stel de deur in
werking in Neergaande richting. De deur moet bij contact met het
obstakel weer omhoog gaan. Als dit niet het geval is, moet u de
omlaagkracht (sluiten) verkleinen door de omlaagkrachtregelaar tegen de
richting van de klok in te draaien. (Zie 18 hierboven.)
Herhaal de test.
Als de deur bij contact met het 50mm hoge obstakel weer omhoog gaat,
verwijdert u het obstakel en laat de opener een complete bewegingscyclus
uitvoeren. De deur mag niet vanzelf weer omhoog gaan vanuit de
gesloten stand. Als dit het geval is, moet u de Eindstanden en Kracht
opnieuw instellen en de veiligheidsomkeertest herhalen.
18
19