contramoer
stelschroef
kapje
Tabel ijken by-pass
Type pomp
V6 V12 V20 V25 V25-2 V30-2 V25-2 TRM V30-2 TRM V50-3 V50-3 TRM
IJkdruk
8
8
8
8
Type pomp
V60-2 V70-2 V80-2 V85-2 V90-2 V100-2 V120-2 V150-2 V180 V200
IJkdruk
8
6
In het eerste geval moet het sluitkapje van de stelschroef zich aan de zuigzijde van de pomp bevinden (afb. 4A); in het tweede geval (op
pompen van roestvast staal) moet hij zich op de perszijde van de pomp bevinden. (afb. 4B)
Als de pomp vaak in beide richtingen gebruikt wordt, is het raadzaam om een dubbele by-pass te monteren die op verzoek leverbaar is
en die op de plaats van de enkele by-pass gemonteerd kan worden.
LET OP: gebruik de overdrukklep niet als debietregelklep (bijvoorbeeld in installaties met pistoolafgifte, in doseerinstallaties, enz.).
De vloeistof die via de klep naar buiten sijpelt, recirculeert binnenin de pomp en veroorzaakt de oververhitting van de vloeistof zelf,
waardoor de smering van de interne wrijvingsdelen van de pomp minder wordt, met name van het lager van het onbelaste wiel. De
vloeistof kan bovendien veranderingen ondergaan, bijvoorbeeld verdampen, aanslag vormen, enz. In deze gevallen is het nodig om
een recirculatieleiding in de zuigtank op te nemen, die door een veerklep of een ander soort klep geregeld wordt, of om een systeem
voor de snelheidsregeling van de pomp te gebruiken. Gebruik de overdrukklep uitsluitend als veiligheidsklep tegen het kapot gaan van
mechanische delen wegens een overmatige persdruk.
Indien de installatie van een overdrukklep niet mogelijk is, moet gezorgd worden voor een systeem voor de onderbreking van de
overbrenging van de motor, zoals bijvoorbeeld een koppelbegrenzer. De verbindingen met viskeuze overbrenging (koppelomvormers)
zijn hiervoor niet geschikt; ze dienen uitsluitend voor een soft start van de groep. De pompen van de serie AT en AW voor schurende
producten kunnen niet met een by-pass geleverd worden omdat ze niet geschikt zijn om tegen slijtage bestand te zijn.
7.5
De verbindingsbasis van de groep moet voldoende stevig zijn en hoe dan ook geen trillingen genereren of versterken maar deze zelfs
kunnen absorberen. De basisdelen van staal die door Varisco geleverd worden, voldoen aan deze vereisten. Maak een funderingsvlak
gereed met een perfecte uitlijning en 50-100 mm groter dan de basis. Verhoog zonodig de dikte ervan in de nabijheid van de
ankerschroeven, in plaats van de structuur te vervormen. De ankerstangen hebben een vorm die vastgesteld is door de wetgeving en zijn
op verzoek leverbaar. Ze moeten geschikt zijn voor de kracht die uitgeoefend wordt en een diameter hebben die in verhouding staat tot
het gat dat eventueel in de basis aangebracht is.
Controleer de uitlijning van de machines nadat de funderingbouten gespannen zijn en alvorens de leidingen aan te sluiten.
7.6
Opdat de pomp de prestaties kan leveren waarvoor hij afgesteld is, is het noodzakelijk dat ook de gehele installatie correct afgesteld is. Vele
oorzaken van problemen zijn met name te vinden in de zuigleiding. Er wordt verwezen naar andere delen van de handleiding voor tabellen
die nuttig zijn voor de correcte afstelling van de installatie. Het is hoe dan ook noodzakelijk enkele belangrijke punten in acht te nemen:
7.6.
De diameter van de leidingen mag nooit kleiner zijn dan die van de pompopeningen.
1
7.6.
Controleer of de leidingen schoon zijn en geen deeltjes van zekere omvang bevatten, zoals moeren, schroefjes, lasafval, stukjes elektrode, enz.
2
7.6.
Zorg voor een terugslagklep langs de leiding, om de leiding niet bij ieder vertrek te hoeven vullen. Mocht de pomp boven de opvoerhoogte
3
van de vloeistof geplaatst zijn, installeer dan een voetklep waarvan de diameter voldoende groot is om geen te groot verlies van lading
te veroorzaken.
7.6.
De zuigleiding moet een diameter hebben die minstens gelijk is aan de diameter van de opening van de pomp en zo lopen dat geen
4
tegenhellingen ontstaan waarin luchtbellen gevormd worden.
7.6.
De verbindingen van de zuigleidingen moeten perfect afgedicht zijn: gebruik geflenste
5
verbindingen, of met schroefdraad, met een vezelige pakking in de schroefdraad.
Tijdens de pompfase heeft de zuigleiding een druk die lager is dan de atmosfeerdruk,
in het geval de pomp boven de opvoerhoogte geplaatst is. Eventuele lekken in de
verbindingen zijn dus niet zichtbaar door het naar buiten stromen van vloeistof maar
door het naar binnen stromen van lucht, hetgeen zeer moeilijk te vinden is.
7.6.
Installeer een manometer en een vacuümmeter voor de controle van de drukken.
6
De pompen zijn gereed gemaakt om een drukaansluiting te bevatten in de nabijheid
van de zuig- en persflenzen.
V20, V25, V25-2, V30-2, V50-3, V60-2, V70-2, V80-2, V85-2,
V90-2, V100-2
V120-2, V150-2, V151, V180, V200
GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUD - V
kapje
stelschroef
afb. 4
A
6
6
6
6
6
6
6
6
6
Type pomp
Onder verwijzing naar afb. 4 (A-B) kan men, door in te
B
grijpen op de stelschroef onder het kapje, de spanning
van de veer op de sluitplaat verhogen of verlagen.
Wanneer de druk die door de pomp gegenereerd wordt,
en die effect heeft op de onderzijde van de plaat,
dusdanig is dat hij gelijk is aan de tegenwerkende
kracht van de veer, begint het plaatje in werking te
treden. Deze druk wordt "druk van begin opening"
genoemd. De vloeistof begint via de wegstroomopening
te stromen, in de richting van de zuigzijde van de pomp.
Het totale debiet wordt gerealiseerd onder een druk
die afhankelijk is van de rotatiesnelheid van de pomp
en de viscositeit van het product. De druk van begin
opening is de regeldruk van de klep. Als de by-pass
apart geleverd wordt, is de ijkdruk 2 bar. Vice versa, als
de by-pass gemonteerd op de pomp geleverd wordt, is
de ijkdruk in overeenstemming met de volgende tabel.
8
8
Het totale debiet via de klep wordt verkregen met een
drukverhoging die gemiddeld gelijk is aan 15% van de
druk van begin opening.
De veiligheidsklep met by-pass kan op het deksel
van de pomp of op de bovenkant van het pomphuis
6
5
5
gemonteerd worden.
Afmeting (mm)
0,8
1
naar de zuigleiding
naar
pomp
afb. 5
de
75