Het apparaat blijft nog
lang doordruppelen nadat
het koffiezetproces is
voltooid.
De koffie is niet heet
genoeg.
Het apparaat begint niet
met het schoonmaken
van de
maalmolentrechter.
Het apparaat werkt maar
maakt een piepend
geluid.
Het lijkt alsof de
koffiebonen te snel op
zijn.
De timer werkt niet.
Het druppelen wordt veroorzaakt door de condensatie van stoom. Het is
volkomen normaal dat het apparaat nog even blijft doordruppelen.
Als het druppelen niet stopt, is de druppelstop mogelijk verstopt. Om de
druppelstop schoon te maken, opent u de filtermandhouder en
verwijdert u de filtermand. Spoel de filtermand en de druppelstop af
onder de kraan.
De koffie in de kan koelt sneller af als u maar een paar koppen koffie zet.
De koffie blijft langer warm als u 10 koppen koffie zet. Dit is een volle
kan.
Ontkalk het apparaat.
Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact zit.
Open het deksel van de maalmolentrechter voordat u de
koffiesterkteknop ingedrukt houdt.
Houd de koffiesterkteknop 4 seconden ingedrukt tot de molen zichzelf
begint te reinigen.
Controleer of het deksel van de maalmolentrechter goed gesloten is.
Om een perfect kopje koffie te kunnen zetten, heeft het apparaat een
bepaalde hoeveelheid gemalen koffie nodig. De hoeveelheid
koffiebonen die het apparaat gebruikt voor de perfecte hoeveelheid
gemalen koffie is normaal.
Zorg dat alle stappen voor het zetten van koffie met koffiebonen of
voorgemalen koffie zijn voltooid voordat u de timer instelt.
Nederlands
63