4
Inbedrijfname
Alle elektrische aansluitingen correct aanslui-
ten en pas daarna de inbedrijfstelling uitvoe-
ren!
▶ Respecteer de installatiehandleidingen
van alle componenten en modules van de
installatie.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in,
wanneer alle modules zijn ingesteld.
1. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instel-
len. De codeerschakelaar op de module MP 100 heeft geen
functie.
2. Voor de hele installatie de netspanning inschakelen.
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen
brandt:
3. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegelever-
de handleiding in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.
5
Storingen verhelpen
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Schade, die ontstaat door niet door de fabri-
kant geleverde reservedelen, is van de garan-
tie uitgesloten.
Wanneer een storing niet kan worden opgehe-
ven, neem dan contact op met uw servicetech-
nicus.
De bedrijfsindicatie geeft de bedrijfstoestand aan van de mo-
dule.
MP 100
4 5 6
3
7
2
8
1
9
10
0
Bepaalde storingen worden ook op het display van de warmte-
pomp getoond.
Be-
drijfsin-
Mogelijke oor-
dicatie
zaak
Con-
Voedingsspan-
stant uit
ning onderbro-
ken.
Zekering defect ▶ Bij uitgeschakelde voedings-
Kortsluiting in
de BUS-verbin-
ding
Con-
Interne storing ▶ Module vervangen.
stant
rood
Groen
Maximale ka-
knippe-
bellengte BUS-
rend
verbinding
overschreden
storingsmel-
ding in het dis-
play van de
bedieningseen-
heid
Con-
Geen storing
stant
groen
Tabel 4
6 720 645 409-20.1
Inbedrijfname | 39
Oplossing
▶ Voedingsspanning inschake-
len.
spanning zekering vervangen
( afb. 13, pagina 55).
▶ BUS-verbinding controleren
en eventueel herstellen.
▶ Kortere BUS-verbinding ma-
ken.
▶ Bijbehorende handleiding
van de bedieningshandlei-
ding en het servicehand-
boek bevatten meer
informatie over het oplossen
van storingen.
Normaal bedrijf
6 720 813 962 (2014/12)