14. Laat geen gereedschapsleutels op de machine zitten.
– Kontroleer voor het inschakelen of sleutels en andere hulpge-
reedschappen zijn verwijderd.
15. Voorkom het per ongeluk inschakelen.
– Draag geen aangesloten machines met de vinger aan de scha-
kelaar. Kontroleer of de schakelaar bij aansluiting aan het lichtnet,
uitgeschakeld staat.
16. Verlengsnoer bij het gebruik buiten.
– Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeen-
komstig gekenmerkte verlengsnoeren.
17. Wees steeds opmerkzaam.
– Let steeds op het werk, ga met verstand te werk, gebruik de
machine niet als men niet gekoncen-treerd is.
18. Kontroleer het elektrisch gereedschap op beschadigingen.
– Voor het verdere gebruik van de machine moeten veiligheidsin-
richtingen of beschadigde delen, zorgvuldig op een uitstekende
en doelgerichte funktie, worden beproefd. Kontroleer of de funktie
van de bewegende delen in orde is: of deze niet klemmen, of er
geen delen gebroken zijn, of alle andere delen perfekt en juist zijn
gemonteerd en of alle andere voorwaarden, die het funktioneren
van het apparaat zouden kunnen beinvloeden, juist zijn.
Indien in de gebruiksaanwijzing niet anders is aangegeven, moe-
ten beschadigde veiligheidsinrichtingen en machinedelen, door
een servicewerkplaats vakkundig worden gerepareerd of worden
verwisseld.
Beschadigde schakelaars moeten door een servicewerkplaats
worden vervangen.
Gebruik geen apparatuur, waarvan de schakelaar niet aan-en uit-
schakeld kan worden.
Anl_PE_EBH_7530_SPK7.indb 87
Anl_PE_EBH_7530_SPK7.indb 87
- 87 -
NL
21.08.15 09:02
21.08.15 09:02