Houd het elektrische gereedschap goed
■
vast en breng uw lichaam en uw armen in
zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben. De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaat-
regelen te nemen de terugslag- en reactiemo-
menten beheersen.
Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
■
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de
terugslag beweegt het elektrische gereed-
schap zich in tegengestelde richting ten
opzichte van de schuurschijf op de plaats van
de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
■
scherpe randen, enz.
Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet
van het werkstuk terugspringt en beklemd
raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
de neiging om bij hoeken, scherpe randen
of wanneer het terugspringt, beklemd te
raken. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
Gebruik geen kettingen of getand zaagblad.
■
Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terug-
slag of verlies van controle over het elektri-
sche gereedschap.
Speciale veiligheidsinstructies voor
het slijpen en doorslijpen
Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch
■
gereedschap toegelaten slijpstukken en de
voor deze slijpstukken voorziene kappen.
Slijpstukken die niet voor het elektrisch gereed-
schap voorzien zijn, kunnen niet voldoende
afgeschermd worden en zijn niet veilig.
Slijpstukken mogen alleen gebruikt worden
■
voor de aanbevolen gebruiksmogelijkheden.
Bijv.: slijp nooit met de kant van een door-
slijpschijf. Doorslijpschijven zijn geschikt voor
het ruimen van materiaal met de kant van de
schijf. Door de zijdelingse krachtinwerking op
deze slijpstukken kan deze breken.
Veiligheidsaanwijzingen
■
■
Overige speciale veiligheidsinstruc-
ties voor doorslijpen:
■
■
■
■
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen
in de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen onder-
steunen de slijpschijf en verlagen zo het risico
op een breuk. Flenzen voor doorslijpschijven
kunnen zich onderscheiden van de flenzen
voor andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van gro-
tere elektrische gereedschappen. Slijpschijven
voor grotere elektrische gereedschappen
zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen
van kleinere elektrische gereedschappen en
kunnen breken.
voorkom dat de doorslijpschijf blokkeert of te
sterk aandrukt. Voer geen overmatig diepe
sneden uit. Overbelasting van de doorslijp-
schijf verhoogt de druk en vatbaarheid voor
kantelen of blokkeren en zodoende de moge-
lijk op terugslag of breuk van het slijpstuk.
Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf
in het werkstuk van u weg beweegt, kan bij
een terugslag het elektrische gereedschap met
de draaiende schijf direct naar u geslingerd
worden.
Indien de doorslijpschijf geklemd raakt of u
stopt met werken, schakel dan het apparaat
uit en houdt het rustig tot de schijf tot stilstand
is gekomen. Probeer nooit de draaiende door-
slijpschijf uit de snede te trekken om terug-
slagen te voorkomen. Achterhaal de oorzaak
voor het klemmen en verhelp deze.
Schakel het elektrische gereedschap niet
opnieuw in zolang deze zich in het werkstuk
bevindt. Laat de doorslijpschijf pas aan het
volle toerental draaien alvorens u het snijden
voortzet. Anders kan de schijf vasthaken,
uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
61