• Bevestig de doorslijpstandaard op de beide bevestigingsgaten van de grondplaat (1) op de werktafel.
Controleer of tafel en standaard stevig en veilig staan.
• Vergewis u ervan, dat de werkomgeving schoon en goed verlicht is.
• Let erop dat u tijdens het werk niet met de doorslijpschijf in aanraking komt. LETSELRISICO !
• Gebruik altijd de veiligheidskap (8).
• De doorslijpstandaard uitsluitend gebruiken in combinatie met een haakse slijper, die is uitgerust
met de passende metalen veiligheidskap om de doorslijpschijf heen.
• Plaats deze veiligheidskap zodanig dat de doorslijpschijf aan de onderkant vrij loopt,
en de veiligheidskap niet met het werkstuk in aanraking kan komen.
• Bij doorslijpwerkzaamheden komen vonken vrij. Verzeker u ervan dat zich geen ontvlambare materialen
in het werkgebied bevinden. Vonken kunnen verf, glas en andere oppervlakken beschadigen.
Draag geen nylon of polyester kleding, maar passende, niet ontvlambare werkkleding.
• Controleer of de netkabel niet in het werkgebied van de schijf of binnen het bereik van de vonkenregen
komt. Bevestig de netkabel van de haakse slijper altijd in de kabelhouder (12).
• Controleer of het werkstuk goed tussen de beide spanklauwen bevestigd is en vast
op de grondplaat ligt.
• Gebruik geen werkstukken die zo groot zijn dat ze niet tussen de beide spanklauwen bevestigd
kunnen worden.
• Bewaar de doorslijpstandaard op een stofvrije en droge plaats.
• Controleer voor gebruik en tijdens het gebruik regelmatig of alle schroeven stevig vastzitten.
Controleer de standaard regelmatig op eventuele beschadigingen. Door trillingen kunnen schroeven
tijdens het gebruik losraken. Gebruik uw doorslijpstandaard niet, als u een beschadiging vaststelt.
• Controleer of de doorslijpschijf van uw haakse slijper loodrecht op de grondplaat gemonteerd is.
• Gebruik uitsluitend doorslijpschijven en geen voorslijpschijven.
• Haal de stekker van uw haakse slijper steeds uit het stopcontact, als u reinigings-
of afstelwerkzaamheden aan uw doorslijpstandaard uitvoert.
• Nooit naar iets grijpen dat zich in het werkbereik van de doorslijpschijf bevindt.
• Let altijd op de diepte van de snede, anders bestaat het gevaar dat de werktafel beschadigd wordt.
• Trek altijd de netstekker uit het stopcontact als het apparaat niet gebruikt wordt.
• Wanneer de machine oneigenlijk wordt gebruikt of de doorslijpschijf te snel op het werkstuk wordt
geplaatst, kan de schijf in stukken uiteen springen. GEVAAR VOOR LETSEL!
• LET OP! Gebruik de doorslijpstandaard en de machine nooit in vochtige omstandigheden.
Gevaar voor elektrische schokken!
• Bij een ondeskundige bevestiging van de schijf kan deze tijdens het gebruik losraken.
GEVAAR VOOR LETSEL!
• Verwijder het werkstuk nooit bij een draaiende machine. GEVAAR VOOR LETSEL!
• Breng nooit zelf technische wijzigingen aan de doorslijpstandaard aan.
• Gebruik geen doorslijpschijven waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken.
• Houd het werk- en gevarengebied altijd vrij van afvalmateriaal.
L
25