9. MEETBEDRIJF
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden over-
schreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere
spanning dan 33 V/ACrms of 70 V/DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetleidingen op be-
schadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetleidingen
mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Tijdens het meten mag niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de
meetstiften en aan het meetapparaat worden gegrepen.
Er mogen altijd alleen de twee meetleidingen op het meetapparaat aangeslo-
ten zijn, die nodig zijn voor de meetfuncties. Verwijder om veiligheidsredenen
alle niet-benodigde meetleidingen uit het apparaat wanneer u een stroomme-
ting uitvoert.
Metingen in stroomcircuits >33 V/AC en >70 V/DC mogen alleen door elektri-
ciens en hiervoor aangewezen personeel, die op de hoogte zijn van de van
toepassing zijnde voorschriften en de daaruit volgende gevaren, uitgevoerd
worden.
Als "OL" (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbe-
reik overschreden.
a) Multimeter inschakelen
De multimeter wordt door de draaischakelaar in- en uitgeschakeld. Draai de draaischakelaar
(13) op de betreffende meetfunctie. Draai de draaischakelaar op de stand "OFF" om het
apparaat uit te zetten. Schakel het meettoestel altijd uit als u het niet gebruikt.
Vóór ingebruikneming van het meetapparaat, moeten de meegeleverde batte-
rijen worden geplaatst. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in
het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud" beschreven.
110