VEILIGHEIDS- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES
producten naar de fabrieksklantenservice worden
gestuurd.
Laagspanning
voerende
veiligheidslaagspanning voerende leidingen ruimtelijk
gescheiden worden gelegd.
Sensor- en besturingssignalen mogen in geen geval
samen met netvoedings- of belastingsaansluitingen in
dezelfde kabel worden gevoerd; aparte sensor- of
signaalkabels mogen niet over grotere afstanden parallel
met laagspanningskabels worden gelegd.
Flexibele geleiders moeten door afdoende maatregelen
(bijv. adereindhulzen met kunststof kragen) worden
beveiligd tegen het afsplijten van afzonderlijke aders.
Bij de aansluiting van inductieve belastingen (bijv. relais)
moeten
evt.
extra
ontstoringsmaatregelen aan de installatie worden
uitgevoerd.
Producten die een processor bevatten, moeten bij storing
allereerst (via de veiligheidsschakelaar) spanningsvrij
worden geschakeld en vervolgens na ongeveer een
minuut wachten weer worden ingeschakeld; vaak is de
storing daarna verholpen. Mocht dit niet het geval zijn,
neem dan a.u.b. contact op met de klantenservice van
onze fabriek:
12 | ZSE 5
leidingen
moeten
van
noodzakelijke
EMV-
Alle tekmar sensoren ontvangen hun hulpenergie uit het
aangesloten stuurapparaat. De directe aansluiting van
een sensor op een spanningsbron brengt onherstelbare
schade toe aan het sensorelement en kan personen in
gevaar brengen.
Temperatuursensoren kunnen met een elektronische
ohmmeter worden gecontroleerd, maar ze mogen tijdens
die test niet zijn aangesloten op het stuurapparaat. Zie de
technische gegevens resp. de montagehandleiding voor
de weerstands- en temperatuurwaarden m.b.t. de test.
www.stiebel-eltron.com