20) WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE VEILIGHEID VOOR AANSLUITING / INSCHAKELING
VAN DE KACHEL
De elektrische aansluiting van de kachel op het stroomnet gebeurt via een meegeleverde standaard kabel, de installateur is
verantwoordelijk voor de juiste elektrische aansluiting, die in overeenstemming moet zijn met de veiligheidsnormen. Het volgende
wordt aanbevolen:
controleren of het stopcontact het maximum vermogen aankan, aangegeven op het typeplaatje van de kachel (Figuur 1);
controleren of de voedingsspanning binnen de waarden valt van de tabel "Technische Specificaties";
een stopcontact voorzien, in overeenstemming met de wet en met de aarding, achteraan de kachel;
controleren of het netsnoer van de kachel niet belemmerd is in een transitzone;
vermijden dat het snoer compressie of buigingen ondergaat;
bij een apparaat dat geïnstalleerd is, moet men voor volwassenen de toegang vergemakkelijken tot het netsnoer en tot
het stopcontact;
nooit verlengingen maken van het netsnoer van de kachel, indien dit toch noodzakelijk zou zijn, onmiddellijk contact
opnemen met de technische bijstandsdienst van
regelmatig controleren of het snoer niet gewijzigd wordt;
de kabel van de kachel nooit aansluiten aan het netsnoer met verkortingen of meervoudige;
het snoer niet manipuleren met vochtige of natte handen;
toegankelijkheid voorkomen voor kinderen.
FONTANA FORNI SRL
genomen.
21) EXTERNE LUCHTINLAAT EN AANSLUITING OP DE ROOKGASAFVOER
Alle soorten installaties en configuraties van de verbindingen tussen de kachel en de rookgasafvoer moeten zorgen voor
beveiligingen die de aanwezigheid van kinderen beschermen. Voor de veiligheid en leefbaarheid in de ruimten waar de kachel
wordt geïnstalleerd is het belangrijk een luchtinlaat te voorzien voor verversing van de lucht (UNI10683). Om een correcte
werking van de kachel te verkrijgen, moet men ervoor zorgen dat deze geplaatst wordt op een plek waar de lucht kan stromen die
nodig is voor de verbranding. Voor het realiseren van een externe luchtinlaat moet een gat worden voorzien voor de doorvoer in de
buitenmuur en in de nabijheid van de kachel met minimale vrije doorsnede van 50 cm ², beschermd door een rooster binnen en
buiten. De luchtinlaat moet bovendien:
rechtstreeks communiceren met de installatieomgeving;
zodanig gepositioneerd zijn dat zowel binnen als buiten belemmering wordt voorkomen.
Het wordt aangeraden om de kachel niet aan te sluiten op rookkanalen die al gebruikt worden door andere apparaten.
Bij het maken van het gat voor de doorgang van de rookgasafvoer moet rekening worden gehouden met de mogelijke
aanwezigheid van brandbare materialen. Als het gat door een houten wand moet of door een wand in een ander
warmtegevoelig materiaal, moet de installateur in de eerste plaats gebruik maken van de speciale wandaansluiting en de
kachelpijp isoleren met behulp van geschikte en genormeerde isolatiematerialen. Hetzelfde geldt indien de kachelpijp door
verticale of horizontale stukken loopt in de nabijheid van de warmtegevoelige muur.
Fig. 5
FONTANA FORNI SRL
wijst elke verantwoordelijkheid af als deze veiligheidsmaatregelen niet in acht worden
Manuale di installazione uso e manutenzione
;
132