AFMETINGEN EN GEWICHTEN
Beschrijving
L - Breedte
H - Hoogte
P - Diepte
Hoeveelheid granulaat
Beschrijving
L - Breedte
H - Hoogte
P - Diepte
Hoeveelheid granulaat
INSTALLATIE
Type N2 - N3
Het inlaatstuk (A) van de neutralisatie-eenheid (lager
geplaatst) moet met behulp van de flexibele toevoerlei-
ding (C) (bij de eenheid geleverd) op de condensafvoer
van de ketel aangesloten worden. Dit garandeert dat er
geen verbrandingsproducten via de condensafvoerlei-
dingen van de ketel kunnen ontsnappen.
Het uitlaatstuk (B) van de neutralisatie-eenheid (hoger
geplaatst) moet met behulp van een (niet-bijgeleverde)
flexibele leiding op de condensafvoerput van de verwar-
mingsinstallatie aangesloten worden.
b
De condensafvoerput van de verwarmingsinstalla-
tie moet lager dan het aansluitstuk (B) van de neu-
tralisatie-eenheid geplaatst worden.
b
De gebruikte aansluitleidingen moeten roestwerend
zijn en zo kort en rechtlijnig mogelijk. Bochten en
ellebogen bevorderen verstopping van de leidin-
gen, waardoor de condens niet goed kan afvloeien.
Indien het noodzakelijk is om de in de schoorsteen geproduceerde condens te neutraliseren, wordt aanbevolen om de
condensafvoer van de ketel en van de schoorsteen met een T-stuk aan elkaar te koppelen en deze naar de inlaat van
de neutralisator te brengen.
b
Draai de buisklemmen op de juiste manier vast.
20
Type N2
Type N3
420
640
mm
240
240
mm
300
400
mm
25
50
Type HN2
Type HN3
420
640
mm
290
320
mm
300
400
mm
25
50
N2 - N3
kg
HN2 - HN3
kg
N2 - N3
1"
(N2)
1"1/2
(N3)
A
1"
1"1/2
C
(N2)
(N3)
B