Digitale
signalenverwerker (DSP)
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met niveauregeling van de ingangs-
signalen, kan de automatische TA en EQ
misschien niet mogelijk zijn als u het in-
gangsniveau van de versterker verlaagt.
Stel het ingangsniveau van de versterker in
op de standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een LPF, zet dan de LPF op de
versterker uit voordat u een automatische
TA en EQ uitvoert. Daarnaast moet de kan-
telfrequentie voor een ingebouwd LPF van
een actieve subwoofer worden ingesteld op
de hoogste frequentie.
! De waarde van de tijduitlijning die door de
automatische TA en EQ is berekend, kan in
de volgende omstandigheden afwijken van
de werkelijke afstand. De afstand die door
de computer is berekend is de optimale ver-
traging voor nauwkeurige resultaten naar
de omstandigheden, dus blijf deze waarde
gebruiken.
Als het weerkaatste geluid binnen een
voertuig sterk is en er zich een vertra-
ging voordoet.
Als er zich vertragingen voor lage gelui-
den voordoen door de invloed van het
LPF op actieve subwoofers of externe
versterkers.
! Auto TA en EQ wijzigt de audio-instellingen
als volgt:
De instellingen van de fader/balans
gaan opnieuw in de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 53.)
De curve van de equalizer gaat naar
FLAT. (Raadpleeg bladzijde 60.)
Deze wordt automatisch ingesteld op de
instelling voor het high-passfilter voor
de voorste, middelste en achterste luid-
spreker.
! Als u auto TA en EQ uitvoert terwijl er al
een eerdere instelling voor is ingesteld,
wordt deze instelling vervangen.
Auto TA en EQ uitvoeren
1
Zet de auto stil op een zo rustig moge-
lijke plek, sluit alle portieren, ramen en het
schuifdak en zet daarna de motor uit.
Als de motor blijft draaien, kan het geluid van
de motor een correcte auto TA en EQ verhinde-
ren.
2
Bevestig de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de be-
stuurdersstoel met de band (apart lever-
baar) en zorg dat deze omlaag wijst.
De automatische TA en EQ is afhankelijk van
de plaats van de microfoon. Indien gewenst
kunt u de microfoon op de voorste passagiers-
stoel zetten voor de automatische TA en EQ.
3
Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
Zet de airconditioning of verwarming uit als
deze zijn ingeschakeld. Geluid van de ventila-
tor in de airconditioning of verwarming kan
een juiste automatische TA en EQ voorkomen.
# Druk op SOURCE om de signaalbron uit te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4
Selecteer de positie voor de stoel waar-
op de microfoon wordt bevestigd.
Raadpleeg Positiekeuze gebruiken op bladzijde
53.
# Als er geen positie wordt geselecteerd voordat
u auto TA en EQ start, wordt FRONT-L automa-
tisch geselecteerd.
Hoofdstuk
03
63
Nl