Nauwkeurigheid
Afmetingen (H x B x D)
Vochtigheid
Omgevingstemperatuur
Spaarschakeling
1.3. Opladen van de accu (A-Versie)
De accu wordt door middel van de in het aparaat geïntegreerde electronica opgeladen.
Door aansluiting van het gespecificeerde netgedeelte (vgl. 1.2.) aan de laadcontactdoos
begint het opladen, onafhankelijk ervan, of het apparaat in - of uitgeschakeld is. Een nieuwe
blok-accu bereikt zijn opgegeven capaciteit, als deze zich cyclisch enkele keren heeft op-
en ontladen.
En lege accu moet ca. 20 uur in het apparaat worden opgeladen (max. oplaadstroom 30
mA). Langer opladen van de accu is niet gevaarlijk, kan echter op den duur tot het
"memoryeffect", dus tot een capaciteitsvermindering leiden. Hetzelfde geldt voor het opladen
van een slechts gedeeltelijk ontladen accu.
De accu moet dus, indien mogelijk, tot de LOW BAT melding worden gebruikt en daarna in
het apparaat ca. 20 uur worden opgeladen.
*
PC 01
0,05 – 1 mg/l: ± 0,05 mg/l
chloor
0,01 – 2 mg/l: ± 0,10 mg/l
0,02 – 3 mg/l: ± 0,20 mg/l
0,03 – 4 mg/l: ± 0,30 mg/l
0,04 – 6 mg/l: ± 0,40 mg/l
pH-waarde
cyanuurzuur *
Ten gevolge van inwerking van hoogfrequente elektroma-
gnetische velden > 3 V/m kan in het bereik 230 . . . 280
MHz een extra afwijking van 15 % ten opzichte van de oor-
spronkelijke meettoleranties optreden.
apparaat
92 x 180 x 220 mm
koffer
95 x 440 x 340 mm
30 – 90 % rel. (niet condenserend)
0 – 40 ° C
ca. 10 minuten na de laatste toetsdruk schakelt de meter
uit met verlies van gegevens
Technische veranderingen voorbehouden!
82
± 0,1 pH
± 5,0 mg/l