Gebruiksaanwijzing
Inrichten:
Schakel de ACM aan. Terwijl de laser-
straal knippert, wordt de laser automa-
tisch uitgelijnd.
Aanwijzing: Zou het
apparaat door een extreem
scheve positie (hoek > ± 6°)
niet in staat zijn zich correct
uit te lijnen, dan schakelt het
zich na 5 min. uit.
Functies:
1. Puntmodus
Bij deze functie kan de
laser met de richting-
toetsen nauwkeurig
worden gepositioneerd ten
opzichte van het meetvlak.
2. Rotatiemodus
Press:
90
150 RPM
300 RPM
450 RPM
600 RPM
3. Scanmodus
De laser projecteert een vaste lijn
op de wand of vloer en deze kan
worden vastgezet.
28
RPM
4. Handontvangstmodus:
Max. 600 RPM
5. Helling instellen:
Horizontaal
In het horizontale bedrijf
richt het SLS de X- en Y-
as uit. Als u echter b.v.
een helling wilt projecte-
ren, moet u het SLS met de
toets auto/man
uitschakelen. Met de
toetsen
en
kan nu de helling van de
X-as worden versteld. Om de neiging
van de Y-as te verstellen, drukt u voordi-
en op de tilt-toets
Aanwijzing voor het verticaal
nivelleren:
verticale voet
uitklappen
Verticaal
In het verticale bedrijf
richt het SLS het laservlak
verticaal uit. Met de
toetsen
en
kunt u het
laservlak om de Y-as draaien.
(Aanwijzing: de referentiestraal beweegt
zich horizontaal.) Als u het SLS uitscha-
kelt, kunt u bijkomend na de tilt-
toets
te hebben ingedrukt met de
toetsen
en
het laservlak neigen.
in twee vlak
in één vlak
y
x
.
effen
oppervlak
y
NEDERLANDS