Legenda
2 Bacteriënfilter (Accessoires)
Wordt gebruikt om de patiënt tegen bacteriën te
beschermen, vooral als het apparaat door
verschillende patiënten wordt gebruikt.
3 Netaansluitleiding
Wordt gebruikt voor de aansluiting van het
apparaat aan de stroomvoorziening.
4 Serieel interface
Is bestemd voor de aansluiting aan apparaten c.q.
computer voor het instellen, weergeven en
evalueren van therapiegegevens en voor de
aansluiting van het O
5 Bedieningsveld en weergaven
Wordt gebruikt voor de besturing en de bewaking
van de SOMNOvent CR en de aangesloten
accessoires.
6 Aansluiting ademluchtbevochtiger
Wordt gebruikt voor de aansluiting van de
SOMNOclick 300 aan het therapieapparaat.
7 Uitgang van het apparaat met
drukmeetaansluiting
Van hier stroomt de ademlucht via ademslang en
ademmasker naar de patiënt.
8 Afsluitstop
Wordt gebruikt voor het afsluiten van de
drukmeetslang tijdens de reiniging.
9 Droogadapter
Wordt gebruikt voor het drogen van het
slangsysteem met de SOMNOvent CR.
10 Adapter
Wordt gebruikt voor aansluiting van de
ademslang aan de uitgang van het apparaat.
11 Drukmeetslang
Wordt gebruikt voor het meten van de in het
ademmasker aanwezige druk.
12 Slangsysteem
Door het slangsysteem stroomt de lucht naar het
masker. Het slangsysteem bestaat uit vouwslang,
drukmeetslang en adapter.
-aansluitventiel.
2
13 Uitademsysteem (Accessoires)
Hier ontwijkt de kooldioxidehoudende ademlucht
tijdens de behandeling.
14 Ademmasker (Accessoires)
Via het ademmasker wordt de ademlucht met de
noodzakelijke therapiedruk aan de patiënt
toegediend.
15 Hoofdbanden (Accessoires)
Wordt gebruikt voor de correcte en veilige
positionering van het ademmasker.
16 Softstart actief
Dit symbool verschijnt wanneer de softstartduur
wordt ingesteld c.q. de softstart geactiveerd is.
17 Filterwissel-symbool
Dit symbool verschijnt telkens na telkens 250
bedrijfsuren of als het filter verstopt is. Het
fijnfilter moet dan vervangen worden.
18 Weergave inspiratie/ expiratie c.q.
parameters instellen
Tijdens de inspiratie brandt de pijl omhoog, tijdens
de expiratie de pijl omlaag.
Beide pijlen branden als een waarde d.m.v. de +
of – toets kan worden gewijzigd.
19 Therapiedruk
De therapiedruk wordt in hPa (hectoPascal)
weergegeven. 1 hPa = 1 mbar ≈ 1 cm H
20 Ademluchtbevochtiger geactiveerd
Dit symbool verschijnt als de bevochtiger in
gebruik is. De ingestelde bevochtigerstand wordt
weergegeven.
21 Onderhoudssymbool
Dit symbool verschijnt na elke 5000 bedrijfsuren.
Het apparaat moet dan onderhouden worden.
22 In-/uitschakeltoets (stand-by modus)/
ESC
Is bestemd voor het in- en uitschakelen van het
therapieapparaat en voor het verlaten van een
menu.
O.
2
53
Overzicht