Beschrijving Van Het Apparaat; Toepassing; Functiebeschrijving - Weinmann SOMNOvent CR Mode D'emploi

1. Beschrijving van het apparaat

1.1 Toepassing

SOMNOvent CR is een automatisch regelend CS-therapieapparaat voor de behandeling
van periodieke slaapgerelateerde ademhalingsstoringen zoals Cheyne-Stokes-ademhaling
bij hartinsufficiëntie en gemengd slaapapnoe-syndroom vanaf een leeftijd van 12 jaar. De
ventilatie wordt hiermee automatisch en doorlopend geadapteerd aan de veranderende
behoefte van de betreffende patiënt. De opgeslagen informatie maakt een goede
therapiecontrole en therapiebeslissing mogelijk.
SOMNOvent CR is niet geschikt om het leven in stand te houden van patiënten die
beademd moeten worden.
SOMNOvent CR kan met of zonder de ademluchtbevochtiger SOMNOclick 300 worden
toegepast.
Voorzichtig!
Om een succesvolle therapie met de SOMNOvent CR te garanderen moeten de door
de arts voorgeschreven drukgrenzen en de beademingsfrequentie op de achtergrond
in een slaaplaboratorium worden vastgesteld en overeenkomstig worden ingesteld.

1.2 Functiebeschrijving

SOMNOvent CR beschikt over een elektronisch bestuurde ventilatie die de omgevingslucht
via een filter aanzuigt en naar de ventilatie-uitgang transporteert. Van hier stroomt de lucht
door het slangsysteem en het ademmasker naar de patiënt.
SOMNOvent CR analyseert de druk in het masker en de luchtstroom naar de patiënt en
herkent hieruit slaapgerelateerde ademhalingsstoringen zoals Cheyne-Stokes-ademhaling
of obstructies van de ademwegen.
Afhankelijk van de herkende resultaten worden de drie drukniveaus IPAP (druk tijdens de
inspiratie), EPAP (druk aan het begin van de expiratie) en EEPAP (druk aan het einde van de
expiratie) automatisch aangepast aan de actuele behoefte van de patiënt:
• Bij afnemend ademvolume ondersteunt het apparaat de ademhaling van
de patiënt door de continue verhoging van het IPAP/EPAP-verschil. Op
deze manier wordt de ventilatie bij Cheyne-Stokes-ademhaling en bij
centraal of gemengd slaapapnoe-syndroom genormaliseerd.
58
Beschrijving van het apparaat