Het gebruik van deze handleiding
Bedankt voor de aanschaf van deze ATAG inbouwoven.
Deze handleiding bevat belangrijke veiligheidsvoorschriften en essentiële infor-
matie over het gebruik en het onderhoud van uw nieuwe oven.
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het apparaat gebruikt en bewaar
hem als naslagwerk voor toekomstig gebruik.
Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Controleer het toestel op transportschade. Sluit een beschadigd toestel niet aan.
Dit toestel mag alleen door een hiertoe bevoegd installateur worden aangesloten.
Mocht er een storing optreden of is het toestel beschadigd, laat het dan eerst deskundig
repareren voordat u het in gebruik neemt.
Reparaties mogen uitsluitend uitgevoerd worden door technici die zijn geïnstrueerd door
de servicedienst. Is het apparaat defect, schakel dan de zekering in de meterkast uit of
haal de netstekker uit het stopcontact. Neem contact op met de klantenservice.
Om onveilige situaties te vermijden moet een beschadigde aansluitkabel door de
servicedienst worden vervangen.
Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met delen van de oven die heet
kunnen worden.
Het toestel is voorzien van een stekker en mag alleen op een geaard stopcontact worden
aangesloten. De groepen in de meterkast moeten gezekerd zijn met minimaal 16 A (C of B
karakteristiek installatie-automaat).
Als de stekker na installatie niet meer bereikbaar is, moet de aansluiting voorzien worden
van een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm.
Gebruik geen adapters of verlengsnoeren. Deze kunnen warm worden tijdens gebruik,
waardoor brand kan ontstaan.
Het gegevensplaatje bevindt zich aan de binnenzijde aan de rechterkant.
Schakel de stroomtoevoer uit tijdens het schoonmaken van de oven en tijdens het
uitvoeren van reparaties.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparten op stopcontacten in de buurt
van de oven.
WAARSCHUWING
Dit apparaat en de toegankelijke delen worden heet tijdens het gebruik. Zorg dat u de hete
delen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er voortdurend op
hen wordt gelet.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder, alsmede personen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale vermogens of met ontbrekende ervaring
en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies krijgen in veilig gebruik van het
apparaat en begrijpen wat de betreffende gevaren zijn. Kinderen mogen niet spelen met
het apparaat. Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of onderhouden als zij niet onder
toezicht staan.
5
NL