Duwstang Omklappen; Werkdiepte Instellen; Aanwijzingen Voor Werken - Viking LE 540 Manuel D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour LE 540:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 43
● Eerste kabelclip (D) op bovenstuk
duwstang monteren. Afstand tussen
kabelclip en schakelaar:
25 - 27 cm
● Tweede kabelclip (D) op onderstuk
duwstang monteren.
● Elektrokabel (2) zoals afgebeeld in
beide kabelclips aanbrengen. Lip (6)
sluiten en laten vastklikken.

7.2 Duwstang omklappen

Gevaar voor knellen!
Door het losdraaien van de
draaiknoppen (C) kan het
bovenstuk duwstang omklappen.
Houd het bovenstuk van de
duwstang (1) daarom steeds op het
hoogste punt met één hand vast,
terwijl u de draaiknoppen losmaakt.
Transportstand – voor het
ruimtebesparend transporteren en
opslaan:
● schroef de draaiknoppen (C) zo ver
eruit dat deze vrij draaien en klap het
bovenstuk duwstang (1) naar voren om
en laat het op het apparaat liggen. Let
er op dat de stroomkabel niet wordt
beschadigd.
De schroefdraadloze gedeeltes van
de platkopbouten voorkomen dat
de draaiknoppen vanzelf van de
bouten kunnen lopen (bescherming
tegen verlies).
Werkstand – voor het duwen van het
apparaat:
● Bovenstuk duwstang (1) naar achter
opklappen en met een hand
vasthouden.
68
● Draaiknoppen (C) vastschroeven.
7.3 Verticuteereenheid
Verticuteereenheid in werkstand
laten zakken:
Kans op letsel!
De verticuteermachine gaat naar
voren wanneer u de roterende
verticuteereenheid laat zakken.
● Zet de hendel
verticuteereenheid (1) zoals
3
afgebeeld in pijlrichting in de
werkstand. De
verticuteereenheid zakt naar
de ingestelde werkdiepte. (
Verticuteereenheid in transportstand
optillen:
● hendel
verticuteereenheid (1) in
transportstand zetten en
laten vastklikken.

7.4 Werkdiepte instellen

Er kunnen zes verschillende
werkdieptes worden ingesteld.
Stand 1:
kleinste werkdiepte
Stand 6:
grootste werkdiepte
Verstelbereik: 25 mm.
● 1 Hendel verticuteereenheid (1) in
transportstand zetten en laten
vastklikken. (
● 2 Gewenste werkdiepte met de
draaiknop werkdiepte (2) instellen.
4
5
7.4)
6
7.3)
Aanwijzingen:
– begin altijd op de kleinste werkdiepte
(stand 1) te verticuteren. Levert het
verticuteren geen goed resultaat,
vergroot de werkdiepte dan
stapsgewijs.
– U kunt de slijtage van de messen
compenseren door een grotere
werkdiepte te kiezen.
– Stand 5 en 6 moet u niet kiezen
wanneer de messen nieuw zijn, omdat
dan bij het verticuteren de graswortels
beschadigd kunnen raken.
De juiste werkdiepte hangt af van
de slijtage van de messen en de
ondergrond. Door het draaien van
de messen en door het eigen
gewicht wordt de
verticuteermachine tegen de
grasmat geduwd: Daardoor gaan
de messen op een zachte
ondergrond dieper de bodem in dan
op een vaste ondergrond.

8. Aanwijzingen voor werken

Kans op letsel!
Eventuele knopen in de kabel
meteen ontwarren.
Voer de aansluitkabel bij het
verticuteren achter u aan mee.
Aansluitkabels kunnen per ongeluk
bij het verticuteren worden
doorgesneden of u kunt erover
struikelen. Ze houden daarom een
groot gevaar voor ongevallen in.
Werk daarom alleen zo, dat de
aansluitkabel altijd goed zichtbaar
in het reeds bewerkte
gazongedeelte ligt.
0478 670 9902 H - NL

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières