9
Lijst van zelftest-meldingen
9.1
Foutmeldingen bij invoer van gegevens
9.1.1
Code fout
Foutief invoer, beschadigde streepjescode sticker, onjuiste streepjescode of foutief scannen met de leespen.
9.1.2
Geen contact
Er is geen goede electrische verbinding tussen lasautomaat en fitting (stekkeraansluiting controleren), of er is
een onderbreking in de fitting draad.
9.1.3
Onderspanning
De ingangsspanning is kleiner dan 175 Volt; generatoruitgangsspaning bijregelen.
9.1.4
Overspanning
De ingangsspanning is groter dan 290 Volt; generatoruitgangsspaning bijregelen.
9.1.5
Apparaat te heet
De temperatuur van de transformator is te hoog; laat het automaat ca. 1 uur afkoelen.
9.1.6
Systeemfout
LET OP!
Het toestel moet direct van netspanning en fitting worden losgemaakt. De zelftest-procedure heeft een fout in
het systeem gevonden. Het automaat mag niet meer worden gebruikt en dient door de fabrikant te worden
nagekeken.
9.1.7
Temperatuurfout
De gemeten omgevingstemperatuur ligt buiten het werkgebied van het automaat: lager dan –10 °C of hoger
dan +60°C.
9.1.8
Temperatuursensor defect
De temperatuursensor aan de laskabel is beschadigd of defect.
9.1.9
Klokfout
Er is een storing of een defect van de interne klok. Stelt u de klok opnieuw in. In het ander geval, stuurt u het
automaat naar de fabricant voor controle en nazicht.
9.1.10
Toestel voor onderhoud
De aanbevolen volgend onderhoud van uw lastoestel is aan de beurt. De onderhoudmelding dient met de
START/SET toest te worden bevestigd. Stuur het toestel naar fabrikant voor onderhoud en nazicht.
9.1.11
Invoerfout
In de datum werd een verkeerde waarde ingevoerd.
9.1.12
Geheugen vol
Het systeemgeheugen is vol van lasrapporten. Print u de rapporten of schakelt u de optie "Geheugen sturen"
uit. Daarna wordt de oudste rapport vervangd door de volgende.
9.2
Foutmeldingen tijdens het lassen
Alle fouten die optreden tijdens het eigenlijke lasproces worden bevestigd d.m.v. een akoestisch signaal.
45