• In commerciële instellingen dient men de ongevallenpreventievoorschriften van het Verbond van Com-
merciële Beroepsverenigingen voor Elektrische Installaties en Apparatuur in acht te nemen.
• Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van
het product.
• Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman of in een daartoe be-
voegde werkplaats.
• Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord, neem dan contact op met
onze technische dienst of andere specialisten.
6. Montage
• De bewakingscamera beschikt over een voorgemonteerde wandhouder. Deze kan met behulp van vier schroeven
op een geschikte plek worden vastgeschroefd. Gebruik, afhankelijk van de ondergrond, geschikte schroeven en
eventueel pluggen.
Ook voor het doorsteken van de aansluitkabel moet een voldoende groot gat worden geboord, wanneer deze
onzichtbaar en manipulatiebestendig moet worden geplaatst.
Let er bij het boren/vastschroeven op dat er geen aanwezige kabels of leidingen worden beschadigd.
Kies de montageplek zodanig dat deze tegen pogingen tot manipulatie aan de bewakingscamera be-
schermd is. De bewakingscamera moet daarom op een minimumhoogte van 2,5 m worden gemonteerd.
• Leid de aansluitkabel of zijdelings onder de wandhouder of steek deze door een aanwezig gat in de muur, waar u
de wandhouder wilt vastschroeven.
Bescherm de stekker daarbij bijv. met een plastic zakje tegen o.a. stof en vuil.
Als de aansluitkabel te kort is (afhankelijk van de muurdikte resp. montagepositie), dan moet u een ge-
schikte aansluitdoos gebruiken. Afhankelijk van de montageplek van de camera moet deze aansluitdoos
geschikt zijn voor de montage buitenshuis.
In de aansluitdoos kan dan de kabelverbinding voor de video-uitgang of de stroomtoevoer worden ge-
plaatst.
Leg de kabels zodanig, dat deze tegen manipulaties beschermd zijn, bijvoorbeeld in een kabelkanaal o.i.d.
36