Technische gegevens
Nominale spanning:
Verbruiksvermogen:
Beschermingsgraad:
Kortstondig bedrijf
Bandsnelheid:
Geluidsontwikkeling:
Afmetingen:
Gewicht:
Werktafel:
Uitspringing:
Doorlaat:
Afmetingen zaagband:
Alleen voor gebruik in droge ruimtes!
Deze machine niet met het
huishoudelijk afval verwijderen!
Verwijder de stroomstekker voordat
de behuizing wordt geopend!
Inbedrijfstelling
Machine opstellen
Pak de micro-bandzaag uit en controleer of de leverings-
omvang volledig is.
Sluit de machine nog niet aan op het stroomnet van 230 volt!
Belangrijk:
let erop dat het alleen is toegestaan alle instel- en monta-
gewerkzaamheden aan de zaag uit te voeren, terwijl de
stekker uit het stopcontact is gehaald!
Ga bij het transport van de zaag met de noodzakelijke
zorgvuldigheid te werk en gebruik nooit losrakende veilig-
heidsvoorzieningen om te heffen of de machine te dra-
gen!
Deze kunnen dan worden beschadigd en werken in be-
paalde gevallen niet meer. Gevaar voor lichamelijk letsel!
Let er bij het transport van de zaag altijd op dat de zaag-
bandgeleiding met de zaagbandkap in de onderste positie
staat (zie paragraaf "Positie van de bovenste zaagband-
geleiding instellen").
32
230 volt 50 Hz
KB 15 min
180 - 330 m/min,
traploos regelbaar
Lpa = 91 dB
Lwa= 91 dB (A)
200 x 200 mm,
zwenkbaar 0° - 45°
max. 80 mm
1065 x 3 tot 6 mm
Let op!
Let op:
De machine dient uit veiligheidsoverwegingen met 5 hout-
schroeven op een stevige werktafel te worden vastge-
schroefd (afb. 2).
85 watt
Werktafel monteren
IP 24
Schroef messing sluitschroef 1 in de zaaggleuf (afb. 3)
van de werktafel eraf.
1. Plaats werktafel 3 (afb. 4) in de daarvoor voorziene uit-
sparing en bevestig deze met stergreepschroef (2) en
sluitring (1). Let op het hoekteken! Stel de markering in
op "0" voor rechte sneden.
2. Schroef messing sluitschroef 1 (afb. 3) er opnieuw op.
ca. 6,6 kg
Informatie over de inbedrijfstelling
en het gebruik
150 mm
Let op: draag bij het werken met de machine altijd ge-
hoorbescherming!
• Denk eraan dat er enkele regels zijn die de geluidsont-
wikkeling van de machine beperken: kies steeds de
juiste zaagband voor uw werkopdracht! Het is zeer be-
langrijk dat deze geschikt is voor het te zagen materiaal.
• De bandzaag moet worden aangesloten op een stofaf-
zuigmechanisme.
• De zaag mag niet worden gebruikt met een geopende
behuizing!
• Zaagbandgeleiding 8 (afb. 1) moet zo dicht mogelijk in
de buurt van het werkstuk worden geleid! Zie onder "Bo-
venste zaagbandgeleiding instellen".
• Let er bij het zagen van ronde materialen op dat deze
door de beweging van de zaagband kunnen verdraaien
en daarom goed moeten worden vastgehouden!
• Gebruik een geschikte klemhouder voor het werkstuk!
• Stel voor aanvang van de zaagwerkzaamheden beslist
de voor de zaagband en het te zagen materiaal juiste
snelheden in!
• Probeer blokkering van de zaagband te voorkomen!
Deze operationele toestand belast het mechanische
deel van de machine en zorgt voor een grotere mate van
slijtage van de aandrijvingcomponenten. Blokkeren kan
worden voorkomen, wanneer de aanzetsnelheid, de
zaagbandsnelheid en de aanzetkracht aan de vereisten
van het werkstuk, met name ten aanzien van het materi-
aal, worden aangepast.
• Rem de bandsnelheid nooit af door een te hoge aanzet.
Indien de zaagband toch blokkeert en blijft staan, moet u
gewoon de aanzetkracht iets verminderen, zodat deze
weer kan "vrijlopen".
• In het algemeen geldt: een hoge bandsnelheid voor dun
materiaal en een lage bandsnelheid voor dikker materi-
aal.
• Pas de bandsnelheid of –spanning aan bij eventueel op-
tredende trillingen.
• Gebruik alleen onberispelijke zaagbanden. Vervang on-
middellijk stompe en vervormde zaagbanden.