Veiligheidsinstructies
de stambladdikte van het zaagblad niet groter
is dan de dikte van de spleetbout.
J
Let op dat u een voor het te zagen materiaal
geschikt zaagblad kiest.
J
Draag zonodig geschikte persoonlijke veilig-
heidsuitrusting.
J
Gehoorbescherming dragen om het
risico voor gehoorschade te vermin-
deren.
J
Adembescherming dragen om het ri-
sico voor inademen van gevaarlijke
stof te verminderen.
J
Bij het werken met zaagbladen en
ruwe materialen handschoenen
dragen.
J
Zaagbladen moeten, wanneer dit mogelijk is,
altijd in een koffer of iets dergelijks worden
getransporteerd.
J
Sluit de cirkelzaag aan op een stofopvangin-
richting wanneer u hout zaagt.
J
Gebruik geen zaagbladen van snelsnijstaal
(HSS-staal).
J
Bewaar de schuifgeleider altijd bij de machine
wanneer u hem niet gebruikt.
Veilig bedrijf:
J
Gebruik de schuifgeleider om het werkstuk
veilig langs het zaagblad te bewegen.
J
Gebruik de spleetbout en stel deze correct in.
J
Gebruik de veiligheidskap en stel deze correct in.
J
Breng geen felzen of groeven aan zonder dat
een geschikte veiligheidsvoorziening zoals bijv.
een tunnelveiligheidsvoorziening boven de
zaagtafel gemonteerd is.
J
De tafelcirkelzaag mag niet worden gebruikt
sleuven te snijden (in werkstukken afgewerkte
groef).
J
Gebruik alléén zaagbladen waarvan de maxi-
maal toegestane snelheid niet lager is dan de
maximale spilsnelheid (nominaal toerental van
de tafelcirkelzaag en het te snijden werkstuk).
J
Voor het transport van de machine alleen de
transportvoorziening en nooit de veiligheidsvoor-
zieningen voor gebruik of transport gebruiken.
J
Tijdens het transport moet het bovenste gedeel-
te van het zaagblad door de veiligheidsvoor-
ziening afgedekt zijn.
22 NL/BE
J
Beveilig het gereedschap. Bij het zagen
van gebogen of ronde werkstukken moeten deze
vooral tegen wegglijden worden beveiligd. Zo-
nodig moeten speciale houders worden gebruikt.
J
Bewerk géén asbesthoudend materi-
aal. Asbest geldt als kankerverwekkend.
J
Zorg voor veiligheidsmaatregelen
wanneer bij het werken gezond-
heidsschadelijke, brandbare of ex-
plosieve stoffen kunnen ontstaan.
Bijvoorbeeld: sommige stoffen gelden as kan-
kerverwekkend. Draag altijd een stofmasker en
gebruik geschikte stof- / spaanderafzuigingen
wanneer deze kunnen worden aangesloten.
J
Houd het werkbereik schoon. Materi-
aalmengsels zijn bijzonder gevaarlijk. Lichtme-
taalstof kan branden of exploderen.
J
Houd altijd toezicht op het elektri-
sche gereedschap totdat het volledig
tot stilstand is gekomen. Nalopende
gereedschappen kunnen letsel veroorzaken.
J
Gebruik het elektrische gereedschap
niet met een beschadigde kabel.
Raak de beschadigde kabel niet aan
en trek de netsteker uit de contact-
doos wanneer de kabel tijdens de
werkzaamheden beschadigd wordt.
Beschadigde kabels verhogen het risico voor
elektrische schokken.
J
Sluit elektrische gereedschappen die
in de open lucht worden gebruikt
aan via een foutstroom-veiligheids-
schakelaar (FI-schakelaar).
J
Sluit het elektrische gereedschap aan
op een correct geaard stroomnet. De
contactdoos en de verlengkabel moeten uitge-
rust zijn met een functionerende aardleiding.
J
Ga nooit op het elektrische gereed-
schap staan. U kunt zwaar gewond raken
wanneer het elektrische gereedschap kantelt of
wanneer u abusievelijk met het zaagblad in
contact komt.
J
Waarborg dat de veiligheidskap cor-
rect gepositioneerd is. Tijdens het zagen
moet de kap altijd op het werkstuk liggen.
J
Kom niet met de handen binnen het
zaagbereik en raak het zaagblad