GWH 1500 Anleitung
27.07.2004
opendraaien. De knop van de beveiliging tegen
slangbreuk indrukken.
Alle leidingen met zeepsop op dichtheid controleren
(lekkages zijn te herkennen aan de vorming van bel
letjes).
Opgelet! Buiten het feit dat door propaangas de vei-
ligheid in gevaar gebracht wordt, zijn zelf de klein-
ste hoeveelheden van niet verbrand gas schadelijk
voor de planten. Daarom op een absoluut dichte
installatie letten.
Gebruiksaanwijzing
Aanzetten van de verwarming
Draai de gasflesklep open.
Draai de regelaar (2) naar stand max.
Druk de startknop (3) in tot tegen de aanslag en blijf
hem vor ca. 5-10 sec. indrukken zodat gas de
brander kan binnenstromen.
Dan de nog ingedrukte startknop (3) over de
ontstekingsknop naar links verder draaien zodat de
ontstekingsvlam ontbrandt; daarbij de startknop nog
enkele seconden blijven indrukken tot de
ontstekingsvlam het thermo-element verwarmt en de
gastoevoer open houdt.
Dan kunt u de startknop loslaten. Indien de
ontsteking niet is gelukt, herhaal dan de eerder
beschreven stappen.
Door de opening (1) aan de zijkant kunt u ge-
makkelijk controleren of de ontsteking gelukt is.
U kunt de startknop (3) nu op MAX plaats
en; daarbij de knop lichtjes indrukken.
Staat de klepregelknop (3) op MAX, kan u het
verwarmingsvermogen in 2 standen (min / max)
afstellen m.b.v. de regelaar (2). Staat de regelaar (2)
op MAX, kan u het verwarmingsvermogen afstellen in
het bereik MIN – MAX d.m.v. de klepregelknop (3)
door deze knop lichtjes tegen de richting van de
wijzers van de klok in te draaien. Hierbij drukt u de
klepregelknop (3), indien nodig, lichtjes in. Bevindt
zich de regelaar (2) of de klepregelknop (3) in de
stand MIN, werkt de beschreven afstelling van het
verwarmingsvermogen niet.
Let op: Het toestel wordt niet automatisch in- of
uitgeschakeld!
Stopzetten van de verwarming
De klepregelknop (3) indrukken en met de wijzers
van de klok mee naar de stand START draaien. De
hoofdvlam gaat uit, de ontstekingsvlam blijft branden.
Volledig stopzetten van de verwarming
De flesklep dichtdraaien.
Het toestel binnen de volgende drie minuten niet
opnieuw ontsteken!
9:59 Uhr
Seite 13
Reiniging
Opmerking: Vóór het reinigen van het verwarmingstoe-
stel moet U zich vergewissen dat het toestel volledig
uitgeschakeld en koud is.
Het toestel reinigen door het met een vochtige doek
af te wissen en droog te wrijven. Geen schuur-
middelen gebruiken.
Als het toestel niet gebruikt wordt kunt U het met een
plastiek zak als bescherming afdekken.
Reinigen van de verbrandingsruimte en de brander:
Vergewis U zich dat de gastoevoer aan de
gascilinder dichtgedraaid is.
De gastoevoer tot het verwarmingstoestel dicht-
klemmen.
De afdekplaat aan de achterkant verwijderen (door
de 7 schroeven los te maken).
De brander-set en de verbrandingsruimte kunnen in
ingebouwde staat met een zachte borstel of een
stofzuiger gereinigd worden.
Bij het assembleren gaat U in omgekeerde volgorde
te werk. De schroeven niet te hard aandraaien.
Het is aangeraden om dit toestel één keer per jaar
door een vakman te laten controleren en onder-
houden.
Opheffen van storingen
De ontstekingsbrander is niet aan te steken.
a) Het ontstekingsmondstuk op eventuele verstopping
van de opening controleren en desnoods
vervangen.
b) Controleer de vonk aan de ontsteker en vergewis u
zich ervan dat de afstand van de ontstekingsbran
der niet groter is dan 4 mm. Let erop dat de vonk
niet geaard wordt door kabel of elektrode. Indien
de vonk verder ontbreekt, dient de complete een
heid te worden vervangen.
De hoofdbrander kan aangestoken worden, maar
gaat weer uit.
a) De gasdruk alleen door een vakman laten
controleren.
b) Zich vergewissen dat het hoofdmondstuk niet
verstopt geraakt is.
c) De gasdruk aan de gasfles/gastoevoer laten
controleren (alleen door een vakman).
Als het verwarmingstoestel niet in gebruik is, moet het
op een geschikte manier opgeborgen of beschermd
worden. Op sommige plaatsen werd vastgesteld dat
spinnen en andere kleine insecten webben of cocons in
de venturibuis en in de gasbrander spinnen. Een
typische gele vlam is het gevolg van de daardoor
veroorzaakte verstoppingen. Als zich dergelijke
fenomenen vertonen, moeten deze door een vakman
(b.v. door een geautoriseerde installateur voor
gastoestellen) verwijderd worden vooraleer het toestel
opnieuw gebruikt kan worden.
NL
13