15. PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
Motor start niet.
Motor is moeilijk te
starten of verliest
vermogen.
Motor draait
onregelmatig.
Motor draait slecht
stationair.
Motor slaat over bij een
hoog toerental.
Oververhitte motor.
Grasmaaier trilt
buitensporig.
64
MOGELIJKE OORZAAK
Gashendel staat in de huidige
omstandigheden niet in de juiste stand.
Brandstoftank is leeg.
Luchtfilterelement is vuil.
Bougie zit los.
Bougiekabel zit los of is losgeraakt van de
bougie.
Elektrodenafstand van de bougie is niet
correct.
Bougie is defect.
Carburateur is verzopen met benzine.
Defecte ontstekingsmodule.
Vuil, water of oude brandstof in de
brandstoftank.
Het ventilatiegaatje in de brandstofvuldop
zit verstopt.
Luchtfilterelement is vuil.
Bougie is defect.
Elektrodenafstand van de bougie is niet
correct.
Luchtfilterelement is vuil.
Luchtfilterelement is vuil.
Luchtsleuven in de motorafdekking zijn
verstopt.
Koelribben en luchtwegen onder de
ventilatorbehuizing van de motor zijn
verstopt.
Afstand tussen elektroden van de bougie
is te klein.
Koelluchtstroom geblokkeerd.
Bougie verkeerd.
Maaimes zit los.
Maaimes is in onbalans.
OPLOSSING
Gashendel in de juiste stand duwen.
Vul de brandstoftank met brandstof:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Luchtfilterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Bougie met een draaikoppel van 25 tot
30 N•m vastdraaien.
Bougiekabel op de bougie bevestigen.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Nieuwe bougie met de juiste
elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg
de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE
MOTOR.
Luchtfilterelement verwijderen, voortdurend
aan het startkoord trekken totdat de
carburateur leeg is en daarna een nieuw
luchtfilterelement plaatsen.
Neem contact op met een servicecentrum.
Tap de brandstoftank af en reinig deze.
Vul de brandstoftank met schone, nieuwe
brandstof.
Maak de brandstofvuldop schoon of
vervang hem.
Luchtfilterelement schoonmaken.
Nieuwe bougie met de juiste
elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg
de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE
MOTOR.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Luchtfilterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Luchtfilterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Vuil uit de sleuven verwijderen.
Vuil van de koelribben en luchtwegen
verwijderen.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Alle vuil uit de sleuven van de
motorafdekking, ventilatorbehuizing en
luchtwegen verwijderen.
Voor model PM-4810: QC12YC- of
RC12YC-bougie en koelribben op de motor
monteren.
Voor model PM-4820: QC12YC-bougie en
koelribben op de motor monteren.
Voor model PM-4820 S: XC92YC-bougie
en koelribben op de motor monteren.
Maaimes vastzetten.
Maaimes uitbalanceren.