Gebruik
Gebruikstijden
Gelieve de specifieke nationale verordeningen in acht te ne-
men.
Startkoord monteren
1. Veiligheidsbeugel
G
(2) optillen en vasthouden.
2. Startkoord langzaam tot de duwboomverbinding trekken en in
de opening draaien
H
3
Voor het inklappen van den duwboom startkoord weer
eruit draaien.
Het vullen motorolie
1
Controleer voor het maaien altijd het oliepeil.
Voordat U de machine in gebruik neemt moet U het carter
vullen met een goed merk 0,5-0,6 l olie SAE 30 tot aan de
mar-kering "Full" op het oliepeil resp. (Niet boven het merk-
teken.) Breng de peilstaaf aan zoals weergegeven in afb.
(1) en (2) en controleer het oliepeil.
Vullen met benzine
K
1
Niet roken en geen open vuur in de direkte omgeving.
Niet met lopende motor tanken. Bij een warme motor
geen benzine morsen.
Gebruik "octaan-arme benzine" (geen super plus).
Geen benzine morsen.
Dampen niet inademen.
Vangzak inhängen
L
1
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes.
1. Trek de veiligheidsklep omhoog
2. Hang de haken van de vangzaak in de openingen van het
chassis (zie pijl).
3. Plaats de veiligheidsklep weer terug.
Instellen van de maaihoogte
1
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes.
1. Hendel naar voren trekken.
2. In de gewenste maaihoogte laten vastklikken.
Maaihoogte - graskondite
Maait u, indien mogelijk, bij droog weer. Daarmee wordt het gras-
sprietje gespaard. Bij een vochtige of hoge grasmat is een hogere
maaibreedte aan te bevelen. Gemiddelde maaihoogte is 4,0 cm -
5,0 cm.
32
.
J
M
Starten
Op een effen ondergrond, naar mogelijheid niet in hoog gras.
Koude start
1. Benzinekraan openen
2. Gashendel
G
(1) op start zetten.
3. Veiligheidsbeugel
G
(2) omhoog tillen en vast houden.
4. Aan de startergreep
H
tig terug brengen.
5. Na de start de gashendel langzaam op „Werking" zetten.
Wielaandrijving
1. Wielaandrijving aan: Aandrijfbeugel
2. Wielaandrijving uit: Aandrijfbeugel
Warme start
G
1. Gashendel
(2) op werking zetten.
3
Wanneer de motor na de tweede startpoging niet wil
starten, de gashendel op start zetten en opnieuw star-
ten.
Motor Stop
G
Veiligheidsbeugel
(2) los laten.
Tips voor het maaien
Om strepen op uw gazon te voorkomen, moeten de maaivlak-
ken elkaar altijd een paar centimeter overlappen.
Keer de maaier op een stuk gazon dat al gemaaid is.
Vangzak leeg maken
1
Alleen bij uitgeschakelde moter en stilstaand mes
De vangkorf geen gras meer opneemt en wanneer het ge-
maaide gras blijft liggen.
De bevestiging van duwboom
Bij het in- en uitklappen van de duwboom mag de kabel niet
beschadigt worden.
N
(A).
trekken en weer langzaam handma-
G
(3) omhoog tillen.
G
(3) los laten.
O
n