met 1,0 liter voor u de motor start.
Verwijder de vuldop. Voeg brandstof toe tot de bodem van de
brandstofpeilgrens in de hals van de brandstoftank. Vul de tank niet te ver.
Veeg gemorste brandstof op vooraleer u de motor start.
Draai de brandstoftankdop vast.
MAXIMUM FUEL LEVEL
FUEL TANK CAP
WAARSCHUWING
Vul de brandstoftank bij in een goed verluchte ruimte met de motor uitgezet. Rook niet en
laat ook geen vlammen of vonken terechtkomen in de zone waar de motor wordt
bijgetankt of waar benzine is opgeslagen. Vermijd herhaald of langdurig contact met huid
of het inademen van dampen.
Na het bijtanken de tankdop goed vastdraaien. Als benzine wordt gemorst, zorg dan dat
de zone droog is vooraleer u de motor start.
Maaihoogteafstelling
Controleer de maaihoogteafstellingen en voer eventueel vereiste aanpassingen uit.
WAARSCHUWING
MAXIMUM BRANDSTOFPEIL
BRANDSTOFTANKDOP
Benzine is uiterst ontvlambaar en benzinedamp kan
ontploffen en zo ernstige kwetsuren of overlijden
veroorzaken. Wees uiterst voorzichtig bij het hanteren
van benzine. Buiten bereik van kinderen houden.
Het maaiblad kan ernstige kwetsuren veroorzaken.
Stop de motor vooraleer u de maaihoogte aanpast.
56
75 mm
25 mm