Parkeerrem instellen en gebruiken
over de geleider zo dat er 10 cm afstand is tussen de
rembout en de band. Haal vervolgens de beide schroeven
weer aan, zodat de parkeerrem optimaal is ingesteld.
Controleer of alle schroeven zijn teruggeplaatst en
zijn aangehaald!
Als u de parkeerrem wilt gebruiken, drukt u de remhendel
krachtig naar voren totdat deze voelbaar vastklikt. De
parkeerrem is dan geactiveerd. Als u de rem wilt deac-
tiveren, trekt u de remhendel weer naar u toe zodat de
rem wordt ontgrendeld.
Controleer altijd of de parkeerrem is vergrendeld
door te proberen of u de rolstoel kunt bewegen.
Om een transfer te maken van of naar de rolstoel
kunt u de remhendel wegklappen om de transfer
te vereenvoudigen.
Om de remhendel weg te klappen moet u eerst aan
de hendel trekken. U kunt hem daarna omklappen.
Handrem (optioneel) instellen en gebruiken
na kiest u de gewenste instelling. Vervolgens moet u
absoluut de contramoer weer aanhalen. Houd daarbij
de instelschroef vast met een tang.
Bij levering is de parkeer-
rem volgens de configura-
tietoestand correct inge-
steld. Als u de wielpositie
hebt gewijzigd, moet de
instelling van de remmen
eventueel ook worden ge-
wijzigd. Daartoe draait u
de beide schroeven aan
de onderzijde van de be-
treffende rem los en ver-
schuift u de hele eenheid
Bij levering is de optionele
handrem voor de begelei-
der correct ingesteld. Als
de rem niet naar wens
werkt, kan deze door
uitdraaien van de instel-
schroef sterker en door
indraaien zwakker worden
ingesteld. Om de rem in te
stellen, draait u eerst de
contramoer los en daar-
Als de begeleider de rolstoel moet afremmen, trekt hij/
zij aan de grepen van de beide remgrepen. Wilt u de
remmen vergrendelen (bijvoorbeeld om te parkeren),
dan kunt u de remgrepen vergrendelen in de remstand
door de vergrendelingsklep met een vinger naar voren
te drukken tot deze vastklikt. Wanneer u de rem weer
wilt ontgrendelen, drukt u aan de achterkant op de ver-
grendelingsklep.
Als u wegloopt van een rolstoel waarop iemand
zit, is het van het grootste belang dat u ook de
parkeerrem activeert (zie de vorige alinea).
Gebruik van de kantelhulp
Wanneer u de rolstoel over sto-
epranden en drempels wilt rij-
den, drukt u met één voet (links
of rechts) krachtig op de kan-
telhulp terwijl u de duwgrepen
omlaag drukt. Hiermee wordt de
rolstoel aan de voorzijde gem-
akkelijker opgetild. Zorg dat u
hierbij stevig staat.
Samenvouwen
Voor transportgemak of voor bagagevervoer in een auto
kan de rolstoel met één handbeweging worden samen-
gevouwen.
Daartoe verwijdert u eerst het optionele zitkussen en de
voetsteunen, vervolgens pakt u de beide grijplussen aan
de zijkant van de zittingbekleding en trekt u de rolstoel
omhoog. Klaar!
NL
19