ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op!
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
Netwerk
230 V~ 50/60 Hz
400 V~ 50/60Hz
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
Gebruik voor de verschillende aansluitingen de bruggen in messing die zich in de aansluitdoos
bevinden.
Monofase 230V~1P+N
Plaats een brug tussen 1 en 2.
Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4, de fase L op
de aansluitklem 1 of 2.
Bi-fase 400V~2P+N
Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4, fase L1 met
de aansluitklem 1 en fase L2 met de aansluitklem 2.
Let op! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
Aansluiting
Kabeldiameter
1 fase +N
3 x 2.5 mm
2 fasen + N
4 x 1.5 mm
Kabel
H 05 VV - F
2
H 05 RR - F
H 05 VV - F
2
H 05 RR - F
aarding.
11
Beschermingskaliber
25 A *
16 A *