Bedieningselementen
5
Toets Aan/Uit ÿ
1
Om het hele apparaat in en uit te schakelen.
Toets Snel h
2
Dient voor het in- en uitschakelen van het
snelvriezen, zie het hoofdstuk Snelvriezen.
3
Insteltoetsen voor de temperatuur +/-
Met deze toetsen wordt de temperatuur
ingesteld.
4
Temperature display
De cijfers komen overeen met de ingestelde
temperaturen in de koelruimte in °C.
Alarmtoets Ú
5
Om het alarmsignaal uit te schakelen (zie
hoofdstuk „Alarm function").
4
3
2
1
95