Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
volgende ondersteuningssite.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting of de zekering.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het apparaat in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 21).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet
juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" in (pagina 21).
26
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
display.
• De dimmer is ingesteld op "DIMMER-ON"
(pagina 21).
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het apparaat en houd deze
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 24).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
DSO werkt niet.
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de antenneversterker
van de auto (alleen als uw auto is uitgerust met
een FM/MW/LW-antenne in de achter- of zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
t Als de DSO-stand is ingeschakeld, is het geluid
soms gestoord.
Stel de DSO-stand in op "OFF" (pagina 20).
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 21).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "LOCAL-OFF" in (pagina 21).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 21).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 21).