NL
tussen aanzuigleiding en de bodem of oevers van
beken, rivieren, vijvers etc. om het aanzuigen van
stenen, planten etc. te voorkomen.
5.3. INSTALLATIE VAN DE DRUKLEIDING
De drukleiding (2) brengt de te verpompen
vloeistof van de pomp naar het aftappunt. Om
stromingsverliezen te voorkomen, is het raadzaam
een drukleiding te gebruiken, die tenminste dezelfde
diameter heeft als de drukaansluiting (5) van de
pomp.
Bovendien raden wij aan achter pomp en
terugslagventiel een afsluitventiel (9) te installeren,
zodat onderhoudswerkzaamheden gemakkelijker
kunnen worden uitgevoerd. Als u dan bij demontage
van de pomp het afsluitventiel sluit, kan de
drukleiding niet leeglopen.
5.4. VASTE INSTALLATIE
Als u kiest voor een vaste installatie, zorg er
dan voor dat de stekker altijd goed
toegankelijk en zichtbaar is.
Bevestig de pomp op een geschikte, stevige
ondergrond, als u deze vast wilt installeren.
Om trillingen te verminderen, is het raadzaam
vibratiedempend materiaal - bijvoorbeeld een
rubberlaag - tussen pomp en ondergrond aan te
brengen.
5.5. GEBRUIK VAN DE POMP BIJ TUINVIJVERS EN
GELIJKAARDIGE PLAATSEN
Het gebruik van de pomp bij tuinvijvers en
gelijkaardige plaatsen is principieel alleen
toegestaan, wanneer er geen personen in
contact komen met het water.
Voor het gebruik bij tuinvijvers of gelijkaardige
plaatsen moet de pomp via een aardlekschakelaar
(FI-schakelaar)
met
≤ 30 mA worden aangedreven. Vraag bij uw
elektrospeciaalzaak na of uw installatie aan deze
voorwaarden voldoet.
Het gebruik op soortgelijke locaties is uitsluitend
toegestaan als de pomp stabiel en beveiligd tegen
overstromend water op een minimumafstand van
twee meter van de waterrand is opgesteld en door
een stabiele houder wordt voorkomen dat de pomp
in het water kan vallen. Het toestel dient hiertoe
d.m.v. de hiervoor bedoelde bevestigingspunten met
schroeven aan de ondergrond te worden bevestigd
(zie hoofdstuk „Vaste installatie").
6. ELEKTRISCHE AANSLUITING
• Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker.
Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer
en de stekker uitsluitend door een vakman worden
vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer
en gebruik het snoer niet om de stekker uit het
een
nominale
lekstroom
stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en
het netsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
• De gebruikte netspanning moet met de in de
technische
gegevens
overeenstemmen. De persoon die verantwoordelijk
is voor de installatie moet verzekeren, dat de
elektrische aansluiting beschikt over een aarding
die beantwoordt aan de norm.
• Verlengkabels mogen geen kleinere doorsnede
hebben dan rubberslangen met het symbool
H07RN-F (3 x 1,0 mm²) conform VDE. Netstekkers
en koppelingen moeten spatwaterdicht zijn.
7. INGEBRUIKNAME
• Raadpleeg ook de afbeeldingen in het aanhangsel
aan het einde van deze handleiding. De cijfers en
andere gegevens die hierna tussen haakjes worden
vermeld, verwijzen naar deze afbeeldingen.
• Bij de eerste ingebruikname moet ook bij
zelfaanzuigende pompen de pompbehuizing altijd
volledig zijn ontlucht - d.w.z. gevuld zijn met water.
Als deze ontluchting achterwege blijft, zuigt de
pomp de te verpompen vloeistof niet aan. Het is
raadzaam, maar niet per se nodig, daarnaast de
aanzuigleiding te ontluchten resp. met water te
vullen.
• De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje
aangegeven toepassingsgebied worden gebruikt.
• Drooglopen - het pompen van het toestel
zonder
waterdoorvoer
voorkomen, omdat de pomp bij watergebrek
oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke
schade aan het toestel veroorzaken. Bovendien
bevat het systeem dan zeer heet water dat tot
huidverbrandingen kan leiden. Trek in geval
van oververhitting de stekker eruit en laat de
installatie afkoelen.
• Laat de pomp niet met direct vocht in aanraking
komen (bijvoorbeeld bij gebruik in combinatie met
tuinsproeiers). Laat de pomp niet in de regen staan.
Let erop dat zich geen druppelende aansluitingen
boven de pomp bevinden. Gebruik de pomp niet
in een natte of vochtige omgeving. Zorg ervoor
dat de pomp en de elektrische steekverbindingen
beschermd zijn tegen overstromend water.
• De pomp mag niet werken als de toevoer is
afgesloten.
• Het is absoluut verboden de handen in de opening
van de pomp te steken zolang het toestel aan het
elektriciteitsnet is aangesloten.
Bij elke ingebruikname moet er steeds nauwkeurig
op worden gelet dat de pomp veilig en stabiel wordt
opgesteld. Het toestel moet altijd op een vlakke
ondergrond en in rechtopstaande positie worden
aangegeven
waarden
-
moet
worden