SCHAKELAAR VOOR VARIABELE SNELHEID
Uw gereedschap is voorzien van een bedieningsregelaar
voor variabele snelheid. U kunt de snelheid tijdens gebruik
aanpassen door de regelaar heen en weer te bewegen tussen
de instellingen.
De snelheid van het Rotatiegereedschap stelt u in via deze
snelheidsregeling op de behuizing. AFBEELDING 7
Afstellingen voor globale toerentallen
Instelling regelaar
Snelheidsbereik
5
10
7000-10000 min
*15
13000-17000 min
20
18000-23000 min
25
23000-27000 min
30
28000-30000 min
* Zorg bij het gebruik van een draadborstel dat de grens van
–1
15000 min
niet wordt overschreden
Raadpleeg de tabel met toerentalinstellingen op de pagina's 4-7
om het juiste toerental voor het te bewerken materiaal en het
gebruikte accessoire te helpen bepalen.
De meeste klussen kunnen worden uitgevoerd wanneer het
gereedschap in de hoogste stand wordt gebruikt. Bepaalde
materialen (sommige kunststoffen en metalen) kunnen echter
worden beschadigd door de hitte die vrijkomt bij een hoog
toerental, en dienen met relatief lage toerentallen te worden
bewerkt. Gebruik met een laag toerental (15000 min
is gewoonlijk het beste voor polijstwerkzaamheden met de
polijstaccessoires van vilt. Alle toepassingen met de draadborstel
vereisen lagere toerentallen om te voorkomen dat draadstukken
uit de houder vliegen. Laat de prestatie van het gereedschap het
werk voor u doen bij het gebruik van lagere toerentallen. Hogere
toerentallen zijn beter voor hardhout, metalen en glas en voor
boren, uitsnijdingen maken, snijden, frezen, frezen van profielen
en zagen van plinten of sponningen in hout.
Enkele richtlijnen met betrekking tot het toerental van het
gereedschap:
•
Kunststof en ander materiaal dat bij lage temperaturen
smelt, moet met een laag toerental worden bewerkt.
•
Polijsten, poetsen en reinigen met een draadborstel moet
met een toerental niet hoger dan 15000 min–1 worden
uitgevoerd om schade aan de borstel en uw materiaal te
voorkomen.
•
Hout moet met een hoog toerental worden gezaagd.
•
IJzer of staal moet met een hoog toerental worden gezaagd.
•
Als een snelfrees voor staal begint te trillen, wijst dit er
gewoonlijk op dat deze te langzaam draait.
•
Aluminium, koperlegeringen, zinklegeringen en tin kunnen
met verschillende toerentallen worden bewerkt, afhankelijk
van het type bewerking dat u wilt uitvoeren. Gebruik een
paraf fine (geen water) of een ander geschikt smeermiddel
om te voorkomen dat er materiaalresten tussen de zaag-
tanden van de frees gaan zitten.
–1
5000-7000 min
–1
–1
–1
–1
–1
–1
of minder)
56
OPMERKING: Verhoging van de druk op het gereedschap is niet
de juiste reactie, wanneer het niet correct presteert. Probeer
een ande re accessoire of een andere toerentalinstelling om het
gewenste resultaat te verkrijgen.
BESCHERMING BIJ BLOKKERING
Dit gereedschap is voorzien van een veiligheidsfunctie om de
motor en accu te beschermen in het geval van een blokkering.
Als u te lang en te veel druk uitoefent op het gereedschap
of de boorstift vastraakt in het werkstuk, met name bij hoge
snelheden, dan zal de motor stoppen. Hierop haalt u het
gereedschap eenvoudigweg uit het materiaal waarin het is
vastgeraakt, waarna het weer op de geselecteerde snelheid
zal verdergaan. Als het gereedschap langer dan vijf seconden
geblokkeerd blijft, zal het gereedschap vanzelf uitschakelen.
Deze aanvullende veiligheidsfunctie beschermt de motor en accu
tegen schade. Als de accu bijna leeg is, zal het gereedschap
zichzelf vaker dan gebruikelijk uitschakelen. In dat geval dient u
de accu op te laden.
ONDERHOUD
Preventief onderhoud dat uitgevoerd wordt door onbevoegd
personeel, kan resulteren in verkeerd terugplaatsen van inwendige
draden en onderdelen. Hierdoor ontstaat groot gevaar. Wij raden
aan, dat alle onderhoudswerkzaamheden aan het gereedschap uit-
gevoerd worden door de Dremel service-afdeling. Om letsel door
onverwacht starten of een elektrische schok te vermijden, moet u
altijd de stekker uit het stopcontact trekken voordat u onderhouds-
of reinigingswerkzaamheden gaat uitvoeren.
REINIGING
OM ONGELUKKEN TE VOORKOMEN MOET
LET OP
!
U VOOR HET REINIGEN HET GEREEDSCHAP
EN/OF DE LADER LOSHALEN VAN DE VOEDINGSSPANNING.
Het gereedschap kunt u het best met droge
compressielucht reinigen. Draag altijd een veiligheidsbril
als u compressielucht gebruikt bij het reinigen.
Ventilatieopeningen en hendels moet u vrij houden van materiaal
dat daar niet thuishoort. Reinig het gereedschap niet door
scherpe voorwerpen door een opening te steken.
SOMMIGE REINIGINGSMIDDELEN EN
LET OP
!
OPLOSMIDDELEN BESCHADIGEN DE
KUNSTSTOFONDERDELEN. Een aantal van deze middelen
zijn: benzine, tetrachloorkoolstof, vloeibaar
reinigingsmiddelen met chloor, ammonia en huishoudelijke
reinigingsmiddelen met ammonia.
SERVICE EN GARANTIE
GEEN ONDERDELEN DIE ONDERHOUD
LET OP
!
VERGEN IN HET APPARAAT. Preventief
onderhoud uitgevoerd door niet-geautoriseerd
onderhoudspersoneel kan leiden tot verkeerd aansluiten
van draden en componenten en daardoor een ernstig
O
d
g
v
B
o
n
m
p
s
B
e
b