NL
Plaats de DIP-schakelaars ZONE (26) van de
zones waarin de noodberichten moeten worden
B
gehoord, in de onderste stand. Het geluidsvolume
voor deze noodberichten wordt afzonderlijk met de
regelaar LEVEL (27) aan de achterzijde ingesteld.
5.6 Schakelaar voor het dempen
van de ingangen CH 2 tot CH 5
De ingangen CH 2 tot CH 5 kunnen samen met een
schakelaar worden gedempt, als er b.v. een belang-
rijke aankondiging via de ingang CH 1 moet gebeu-
ren. Sluit hiervoor een schakelaar aan op de klem-
men PRIORITY (17).
5.7 Line-signaaluitgangen voor andere
versterkers of een opnametoestel
Voor het aansluiten van bijkomende versterkers of
van een opnameapparaat zijn er verschillende lijn -
uitgangen beschikbaar:
LINE OUT (20)
Op deze vier gebalanceerd uitgevoerde uitgangen
zijn de signalen van de afzonderlijke zones beschik-
baar. Het signaalniveau hangt van de stand van de
overeenkomstige zoneregelaars LEVEL (14). Als de
ingang van het aan te sluiten apparaat ongebalan-
ceerd is uitgevoerd, verbind de ingang dan alleen
met de klemmen "+" (signaal) en "G" (massa). Ge -
bruik deze uitgangen:
1. voor het aansluiten van bijkomende ELA-verster-
kers, als er meer luidsprekers per PA-zone nodig
zijn dan toegelaten,
2. voor het aansluiten van een opnameapparaat,
als de signalen van een zone moeten worden
opgenomen.
MIX OUT (15)
Hier kunnen de signalen worden afgenomen van de
zones, waarvan de toets MON (13) zijn ingedrukt.
Als er meerdere zones tegelijk zijn geselecteerd,
bepalen de overeenkomstige zoneregelaars LEVEL
E
interruptor cerrado y con la señal presente en el ter-
minal "R".
Ajuste los interruptores DIP ZONE (26) de las
zonas a la posición más baja ON para la escucha de
anuncios de emergencia en esas zonas. El volumen
para esos anuncios se ajusta separadamente con el
control VOLUME (27) en la parte trasera.
5.6 Interruptor para silenciar
las entradas CH 2 a CH 5
Las entradas CH 2 a CH 5 se pueden silenciar con-
juntamente con un sólo interruptor, p. ej. para hacer
un anuncio importante a través de la entrada CH 1.
Con este fin, conecte un interruptor a los terminales
PRIORITY (17).
5.7 Salidas de señal de línea para
más amplificadores o para un grabador
Para conectar más amplificadores o un grabador,
hay disponibles diferentes salidas de línea:
LINE OUT (20)
Las señales de las zonas individuales están presen-
tes en esas cuatro salidas simétricas. El nivel de
señal depende de la posición del control de zona
correspondiente LEVEL (14). Si la entrada de la
unidad a conectar es asimétrica, conecte la entrada
sólo a los terminales "+" (señal) y "G" (masa). Use
estas salidas:
1. Para conectar más amplificadores de megafonía
si se necesitan más altavoces de los permitidos
para cada zona de megafonía.
2. Para conectar un grabador para grabar las seña-
les de una zona.
MIX OUT (15)
Aquí están presentes las señales de las zonas
cuyos botones MON (13) están presionados. Si se
seleccionan varias zonas al mismo tiempo, los con-
troles de zona correspondientes LEVEL (14) defi-
18
(14) de mengverhouding van de zonesignalen.
Gebruik deze uitgang:
1. voor het aansluiten van een versterker, als er b.v.
bijkomende monitoringluidsprekers nodig zijn,
2. voor het aansluiten van een opnameapparaat,
als de signalen van verschillende zones moeten
worden opgenomen.
5.8 Voedingsspanning
Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de POWER-jack (25) en plugt u de stekker
ervan in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
6 Ingebruikneming
1) Schakel eerst alle andere apparaten van de
geluids installatie in; zo vermijdt u inschakelplop-
pen.
2) Alvorens de versterker een eerste keer in te
schakelen, plaatst u de vier zoneregelaars
LEVEL (14) in de nulstand om een te hoog
geluidsvolume in het begin te vermijden. Schakel
vervolgens de versterker in met de POWER-
schakelaar (5). De POWER-LED (4) licht op.
3) Over de basisinstelling van de ingangskanalen
a) draai alle regelaars GAIN (2), TREBLE en
BASS (1) in de middelste stand,
b) draai alle regelaars LEVEL (6) in de nulstand,
c) schakel alle toetsen MUTE (8) uit, zodat de
rode LEDʼs boven de toetsen niet oplichten,
d) schakel alle toetsen ZONE SELECTOR Z 1 –
Z 4 (7) uit.
4) Draai de regelaar LEVEL (6) van de ingang die het
luidst moet worden gehoord (b.v. voor aankondi-
gingen), ca.
2
/
open. Schakel het ingangssignaal
3
met de toetsen ZONE SELECTOR (7) naar de
zones waar het signaal gehoord moet worden.
5) Stel met de zoneregelaars LEVEL (14) voor elke
zone het gewenste geluidsvolume in. De niveau-
nen la relación de mezcla de las señales de zona.
Use esta salida:
1. Para conectar un amplificador si p. ej. se necesi-
tan más altavoces de monitorización.
2. Para conectar un grabador para grabar las seña-
les de diferentes zonas.
5.8 Alimentación
Finalmente conecte el cable de red entregado al
jack de red (25) primero, y luego a una toma
(230 V~/50 Hz).
6 Puesta en marcha
1) Para prevenir ruido de conmutación, encienda
todas las demás unidades del sistema de mega-
fonía primero.
2) Antes de encender el amplificador por primera
vez, ajuste los cuatro controles de zona LEVEL
(14) a cero para prevenir un volumen excesivo al
principio. Luego encienda el amplificador con el
interruptor POWER (5). El POWER LED (4) se
ilumina.
3) Para el ajuste básico de los canales de entrada
a) ajuste todos los controles GAIN (2), TREBLE
y BASS (1) en la posición media,
b) ajuste todos los controles LEVEL (6) a cero,
c) desbloquee todos los botones MUTE (8) de
manera que los LEDs rojos de encima de los
botones no se iluminen,
d) desbloquee todos los botones ZONE SELEC-
TOR Z1 a Z4 (7).
4) Suba el control LEVEL (6) de la entrada que
debe oírse al volumen más alto (p. ej. para anun-
cios) a aprox.
2
/
del valor máximo. Con los boto-
3
nes ZONE SELECTOR (7) conmute la señal de
entrada a las zonas donde se debe oír.
LEDʼs (12) duiden het geluidsvolume van de
zones aan. De bovenste rode LED licht op, als de
geïntegreerde limiter het geluidsvolume begrenst
als het maximumniveau is bereikt. De LED mag
bij de luidste passages slechts kort oplichten. Als
de LED langer oplicht, draait u de overeenkom-
stige zoneregelaar LEVEL terug.
Als u het geluidsvolume van de niet optimaal
kunt instellen, omdat het ingangssignaal te stil of
te luid is, corrigeer dan het ingangsniveau met de
betreffende regelaar GAIN (2) of LEVEL (6).
6) Stel de klank in met de overeenkomstige rege-
laar TREBLE en BASS (1). Corrigeer zo nodig
het geluidsvolume met de regelaar LEVEL (6).
7) Als er bijkomende ingangssignalen naar be -
paalde zones moeten worden gestuurd, druk dan
op de betreffende toetsen ZONE SELECTOR (7).
Met de toetsen kunt u de zones verschillend con-
figureren.
Voorbeeld:
– De aankondigingen van de ingang CH 1 moe-
ten in alle zones worden gehoord.
Druk op de toetsen Z 1 – Z 4 van CH 1.
– De aankondigingen van de ingang CH 2 zijn
alleen bedoeld voor de zones 1 en 4.
Druk op de toetsen Z 1 en Z 4 van CH 2.
– In de zones 1 en 2 moet de achtergrond -
muziek van CH 4 hoorbaar zijn.
Druk op de toetsen Z 1 en Z 4 van CH 4.
– In de zones 3 en 4 moet de achtergrond -
muziek van CH 5 hoorbaar zijn.
Druk op de toetsen Z 3 en Z 4 van CH 5.
8) Stel het geluidsvolume en de klank van de bijko-
mende ingangssignalen in met de regelaars
LEVEL (6), TREBLE en BASS (1). Draai de rege-
laars LEVEL van de niet gebruikte ingangen in de
nulstand.
5) Ajuste el volumen deseado para cada zona con
los controles de zona LEVEL (14). Las indicacio-
nes de nivel (12) muestran el volumen de las
zonas. El LED superior rojo se ilumina cuando el
limitador integrado limita el volumen al alcanzar
el nivel máximo. Éste debería iluminarse con los
pasajes de volumen más altos sólo durante un
tiempo breve. Si se ilumina durante mucho
tiempo, gire hacia atrás el control de zona LEVEL
corres pondiente.
Si el volumen de las zonas no puede ser ajus-
tado de una manera óptima porque la señal de
entrada es demasiado baja o demasiado alta,
reajuste el nivel de entrada con el control GAIN
(2) o LEVEL (6) correspondiente.
6) Ajuste el sonido con los controles TREBLE y
BASS (1) correspondientes. Si es necesario, rea-
juste el volumen con el control LEVEL (6).
7) Para suministrar más señales de entrada a
determinadas zonas, presione los botones
ZONE SELECTOR (7) correspondientes. Con
estos botones las zonas se pueden configurar de
manera diferente.
Ejemplo:
– Los anuncios de entrada CH 1 se deben oír en
todas las zonas.
Presione los botones Z 1 a Z 4 de CH 1.
– Los anuncios de entrada CH 2 sólo están
determinados para las zonas 1 y 4.
Presione los botones Z 1 y Z 4 de CH 2.
– La música de fondo de CH 4 se deben oír en
las zonas 1 y 2.
Presione los botones Z 1 y Z 2 de CH 4.
– La música de fondo de CH 5 se debe oír en
las zonas 3 y 4.
Presione los botones Z 3 y Z 4 de CH 5.
8) Ajuste el volumen y el sonido de más señales de
entrada con los controles LEVEL (6), TREBLE y
BASS (1). Gire a cero los controles LEVEL de las
entradas no usadas.