Bediening
Aan/uit- en omlaag-knop
Als de servicegeschiedenis voor fouten wordt weergegeven: Druk
tegelijkertijd de aan/uit-knop en de omlaag-knop in om de foutengeschie-
denis te wissen (zie „Servicegeschiedenis" op pagina 199).
In de aan-modus: Druk tegelijkertijd de aan/uit- en omlaag-knop in om
naar de vochtigheidsmodus te gaan (zie „Vochtigheidsmodus" op
pagina 195).
7
Bediening
7.1
Eerste keer opstarten
LET OP!
A
Schakel de eenheid niet uit en meteen weer aan. Wacht minimaal
30 s voor de drukvereffening van het koudemiddel.
➤ Zorg ervoor dat de kogelkraan bij de zeewaterinlaat (buitenboordkraan) is
geopend.
➤ Zorg ervoor dat de bediening is uitgeschakeld.
➤ Schakel de stroomonderbreker van de airco in.
➤ Als de zeewaterpomp over een eigen stroomonderbreker beschikt, scha-
kelt u deze ook in.
➤ Druk op de ventilatorknop (afb. 1 2, pagina 2).
✓ De ventilator krijgt nu stroom.
➤ Controleer dat de ventilator draait en dat er een stevige luchtstroom uit
het toevoerlucht-rooster stroomt.
➤ Selecteer een instelwaarde voor de temperatuur die lager is dan de actu-
ele huttemperatuur.
✓ Hierdoor wordt de compressor en de zeewaterpomp gestart.
➤ Controleer of er een stabiele solide stroom zeewater uit de
buitenboordafvoer komt.
➤ Als blijkt dat de eenheid niet goed werkt, raadpleeg dan de aanwijzingen
voor het verhelpen van storingen („Verhelpen van storingen" op
pagina 209).
192
MCS6, MCS12, MCS16
NL