Nederlands
Nooit zonder de op
het apparaat en
het snijgarnituur
afgestemde
beschermkap wer-
ken – kans op
letsel door wegge-
slingerde
voorwerpen!
Terrein controleren: vaste
voorwerpen – stenen,
metalen delen of iets der-
gelijks kunnen worden
weggeslingerd – ook
meer dan 15 m – kans op
letsel! – En deze kunnen
het snijgarnituur als-
mede objecten (zoals
bijv. geparkeerde auto's,
ruiten) beschadigen
(materiële schade).
In onoverzichtelijk, dicht begroeid terrein
bijzonder voorzichtig te werk gaan.
Bij het maaien van hoog struikgewas,
onder bosschages en heggen:
werkhoogte met het snijgarnituur
minimaal 15 cm – dieren niet in gevaar
brengen.
Voor het achterlaten van het apparaat –
motor afzetten.
Het snijgarnituur regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
De motor afzetten, het apparaat
–
stevig vasthouden, het snijgarnituur
tot stilstand laten komen
Op goede staat en vastzitten
–
controleren, op scheurvorming
letten
90
Scherpte controleren
–
Beschadigde of botte snijgarnituren
–
direct vervangen, ook bij zeer kleine
haarscheurtjes
Gras en takkenresten op de koppeling
voor het snijgarnituur regelmatig
verwijderen – verstoppingen ter hoogte
van het snijgarnituur of de beschermkap
verwijderen.
Voor het vervangen van het snijgarnituur
de motor afzetten – kans op letsel!
De aandrijfkop wordt tij-
dens het gebruik heet. De
aandrijfkop niet aanra-
ken – kans op
verbranding!
Beschadigde of gescheurde
snijgarnituren niet meer gebruiken en
niet repareren – bijv. door lassen of
richten – wijziging van de vorm
(onbalans).
Deeltjes of breukstukken kunnen
loskomen en met hoge snelheid de
gebruiker of derden treffen – ernstig
letsel!
Gebruik van maaikoppen
Beschermkap snijgarnituur met de in de
handleiding aangegeven aanbouwdelen
aanvullen.
Alleen beschermkappen met volgens
voorschrift gemonteerd mes monteren,
zodat maaidraden op de toegestane
lengte worden afgesneden.
Voor het nastellen van de maaidraad bij
met de hand nastelbare maaikoppen
beslist de motor afzetten – kans op
letsel!
Verkeerd gebruik, met een te lange
maaidraad, reduceert het
motortoerental. Dit leidt, door het
constant slippen van de koppeling, tot
oververhitting en tot beschadiging van
belangrijke delen (bijv. koppeling, en
delen van de kunststof behuizing) –
bijv. door het bij stationair toerental
meedraaiende snijgarnituur – kans op
letsel!
Gebruik van metalen snijgarnituren
STIHL adviseert originele
metalen STIHL snijgarnituren te
monteren. Deze zijn qua eigenschappen
optimaal op het apparaat en de eisen
van de gebruiker afgestemd.
Metalen snijgarnituren draaien zeer
snel. Hierbij ontstaan krachten die op
het apparaat, het gereedschap zelf en
op het maaigoed werken.
Metalen snijgarnituren moeten
regelmatig volgens voorschrift worden
geslepen.
Ongelijkmatig geslepen metalen
snijgarnituren veroorzaken een
onbalans die voor extreme belasting van
het apparaat kan zorgen – kans op
breuk!
Botte of verkeerd geslepen snijkanten
kunnen leiden tot een hogere belasting
van het metalen snijgarnituur – kans op
letsel door gescheurde of gebroken
delen!
Metalen snijgarnituren na ieder contact
met harde voorwerpen (bijv. stenen,
rotsblokken, metalen voorwerpen)
controleren (bijv. op scheurtjes en
vervorming). Bramen en andere
zichtbare materiaalopeenhopingen
FS 94, FS 94 R, FS 94 C, FS 94 RC