Elektror RD F Instructions De Service Et De Montage page 28

Ventilateurs de convoyeur
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Let op!
Bij het bedrijf van de aandrijfmotor met frequen-
NL
tieomvormer moet er extra op volgende punten
gelet worden:
• Er mogen alleen motoren met frequentieomvor-
mer draaien waarvan op het typeplaatje optie '/FU'
- voor het 'frequentieomvormerbedrijf geschikt' -
vermeld staat resp. ook alleen dergelijke motoren
die voor 'frequentieomvormerbedrijf geschikt'
zijn, besteld en bevestigd worden.
• De voedingsspanning van de frequentieom-
vormer mag zonder motorfi lter maximaal 400 V
bedragen. Bij hogere omvormer-voedingsspan-
ningen, langere leidingen en/of overschrijding
van de impulsspanningen (max. 1000 Vpk voor
aandrijfmotoren tot 0,75 kW, max. 1300 Vpk voor
aandrijfmotoren groter dan 0,75 kW) aan de
motorklemmen moeten passende maatregelen
geïnstalleerd worden, bijvoorbeeld een motorfi lter
ter bescherming van de motor. Neem hiervoor
contact op met de leveranciers van de omvor-
mers. Indien het motorfi lter meegeleverd wordt,
moet hij tussen de omvormer en motor geïnstal-
leerd worden. Zorg voor voldoende plaats in de
schakelkast en houd rekening met de instructies
voor de installatie en montage die vermeld staan
in de gebruikershandleiding van de fabrikant van
de frequentieomvormer/motorfi lter.
• De lengte van de leiding tussen de motor en de
schakelkast-frequentieomvormer (bijv. Lenze Vec-
tor, Omron MX2 en Omron RX) mag nooit meer dan
20 m zijn. Worden frequentieomvormers van het
type Kostal INVEOR dichtbij de motor gemonteerd,
dan is de maximale leidinglengte 3 meter, voor het
type Lenze MOTEC is tot 10 m toegestaan. Meer
informatie over wandmontage dichtbij de motor
vindt u in de originele gebruikers- en montage-
handleidingen van de fabrikant van de betreff ende
frequentieomvormer. In alle bovenvermelde geval-
len moeten de elektrische verbindingen tussen de
motor en de frequentieomvormer worden gelegd
met gepaste, afgeschermde kabels, en dit via de
kortst mogelijke weg en zonder extra klem- of
stekkerverbindingen. Een correcte aansluiting aan
beide zijden dient te worden verzekerd.
• Het schermvlechtwerk in de verbindingskabels
moet over de volledige omvang, doorlopend en
aan beide kanten - m.a.w. aan de frequentieom-
vormer en aan de motor - elektrisch met een lage
impedantie verbonden zijn en permanent aan-
gesloten zijn op aardingssystemen of de aarder.
Hiervoor moeten langs de motorzijde en indien
nodig ook op de INVEOR-wandmontagelaat EMC-
kabelschroeven worden gebruikt.
• Bij elektrisch geïsoleerd geïnstalleerde ventila-
toren (bijv. door trillingsdempers, compensators,
geïsoleerde leidingen, enz.) voor frequentieom-
vormerbedrijf moet de uitgestrekte verbinding
van het toestel met het aardingssysteem of de
aarder door een of meerdere extra compatibele
aardingsleiding(en) met een lage impedantie en
permanent verzekerd worden.
Meer informatie over een EMC-veilige installatie en montage
vindt u in de bedienings- en montagehandleidingen van de
leverancier van de frequentieregelaar.
3.3.1 Schakeling voor draaistroomventilatoren
Waarschuwing!
Gevaar door losse en onjuist aangehaalde verbin-
dingen!
28
Bedrijfs- en montagehandleiding RD-F
Onjuist aangehaalde en losse verbindingen ver-
oorzaken elektrische schokken, brand, materiële
schade en persoonlijk letsel!
Controleer de verbindingen op loszitten en haal
deze aan overeenkomstig de aanhaalmomenten
in de volgende tabel.
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
(L3)
(L1)
schakeling
(lage spanning)
Tapbout
M4
M5
M6
M8
Controle van de draairichting
Ventilator inschakelen. De draairichting van de waaier moet
overeenkomen met de richtingspijl op de behuizing. Als de
draairichting verkeerd is, moeten L1 en L3 worden verwis-
seld.
Ster-driehoekschakelingen
Motoren boven 3,0 kW zijn bedoeld voor ster-driehoekscha-
kelingen aan het voedingsnet. Voor directe inschakeling
(grote kortsluitstroom op het moment van inschakeling) moet
u de voorwaarden met het energiebedrijf bespreken.
3.3.2 Schakeling voor eenfase-wisselstroomventilatoren
Z2
U2
U1
Z1
L1
N
Rechtsom draaien
3.4 Speciale schakelvormen en extra klemmen
Voor motoren met omschakelbare spanning, motoren met
omschakelbare polen, FU/FUK-motoren en andere speciale
schakelvormen van draai- en wisselstroommotoren bevin-
den zich in de klemmenkast van de motoren aansluitsche-
ma's. Dit geldt ook voor de optionele thermische wikkelings-
bescherming en stilstandsverwarming.
3.5 Uitleg over de EMV-richtlijn (2014/30/EU)
Onze ventilatoren zijn componenten die bestemd zijn om
door vakpersoneel in andere machines of installaties gemon-
teerd te worden, met andere woorden die niet voorzien zijn
voor de eindgebruiker. De conformiteit van de eindinstalla-
tie/machine met de EMV-richtlijn moet door de fabrikant van
de eindinstallatie/machine verzekerd/bevestigd worden.
Ventilatoren bij netbedrijf:
Bij netbedrijf aan sinusvormige wisselspanning vervullen de
in de toestellen gemonteerde asynchrone motoren met kooi-
ankers de vereisten van de EG-richtijn „Elektromagnetische
verdraagzaamheid" 2014/30/EU, rekening houdend met de
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L1
L2
L3
(L3)
(L1)
Y-schakeling
(hoge spanning)
Draaimoment
1,2 Nm
2,0 Nm
3,0 Nm
6,0 Nm
Z2
U2
U1
Z1
L1
N
Linksom draaien
www.elektror.com

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières