Foutdiagnose:
Reinigende werking met de reinigingskap is niet voldoende:
•
De rotatiespuitkop draait niet
•
Kalkafzetting op het rotatie-element
•
Geblokkeerd door vuil
•
Met de hand meerdere malen doordraaien (HDR eerst drukloos maken)
•
Uit elkaar schroeven en schoonmaken
•
Bij zeer hoge, plotseling optredende waterdruk kan de vuilfrees stil blijven staan. In dit geval de hogedruk-afsluit-
greep meerdere malen bedienen.
•
Levert de hogedrukreiniger voldoende druk?
•
Is de watertoevoer naar de hogedrukreiniger voldoende? (toevoer altijd ¾")
•
Evtl. rotatiespuitkop versleten en moet worden vervangen
•
Er wordt geen water uit het afzuigapparaat weggepompt:
•
Lucht in de pomp
•
Stroomtoevoer naar de dompelpomp bij de zuigkop ingestoken?
•
Dompelpomp staat in modder/vuil en kan geen water opzuigen
•
Afvoerslang geknikt.
•
Geen of niet voldoende zuigwerking:
•
Zuigstroomonderbreking omdat het aantal vaste deeltjes in de filter te hoog is
•
Apparaat wordt uitgeschakeld door thermoschakelaar (vanwege zuigstroomonderbreking / verstopte, geknikte of
doorhangende zuigslang / te hoge watertemperatuur)
•
Bevindt de ketelkap met motor zich precies op het ketelonderstuk?
•
Dichtring op filter tussen de ketels op beschadiging en vervuiling controleren
•
Verbinding zuigslangen controleren
•
Slechts één zuigmotor ingeschakeld
•
Loopwieltjes op de reinigingskap draaien niet:
•
Rollen vastgeplakt of vuil. Kap op een stevige, ongevoeligde ondergrond met een beetje druk heen en weer bewe-
gen. Als de rollen niet loskomen, vervang de rollen dan.
•
Er komt water uit de kap:
•
Vastgeplakte afdichtingsborstels reinigen resp. vervangen.
•
Zuigvermogen te laag
•
Verkeerde hoogte-instelling van de afdichtingsborstels
•
Zuigstroomonderbreking is actief (filter reinigen)
•
Afvoer van de reinigingskap kan niet worden verwijderd:
•
Vergrendeling losdraaien
•
Zuiger wordt uitgeschakeld:
•
Het apparaat wordt uitgeschakeld door de thermoschakelaar (vanwege zuigstroomonderbreking
•
verstopte, geknikte, doorhangende zuigslang of te hoge watertemperatuur)
•
Stroomtoevoer controleren: evtl. is de FI-veiligheidsstekker actief. Uitisluitend 2,5mm² dikke
•
verlengkabel gebruiken. De lengte mag niet meer dan 30 meter bedragen. Kabeltrommels volledig afwikkelen.
•
Plooi-luchtfilter onder zuiger nat en / of vuil
•
Controleer of de pompstekker in de zuiger is gestoken (anders stijgt de waterstand en wordt de zuigstroomonder-
breking ingeschakeld).
•
Motoren afzonderlijk inschakelen.
•
Alle apparaten op verschillende stroomcircuits aansluiten.
•
Stroomvoorziening 230Vcontroleren.
•
Zet beide hoofdschakelaar in de positie "0", neem de oorzaak van de storing weg en schakel na ca. 5 minuten het
apparaat weer in.
19
Vertaling van de originele handleiding