Apparaatspecifieke Veiligheidsinstructies Voor Dubbele Slijpmachines - Parkside PDOS 200 A1 Instructions D'utilisation Et Consignes De Sécurité

Apparaatspecifieke
veiligheidsinstructies voor
dubbele slijpmachines
½
Raak de voedingskabel niet aan wanneer hij
tijdens het werk beschadigd of doorgesneden
wordt. Onderbreek onmiddellijk de stroomtoe-
voer en laat het apparaat vervolgens uitsluitend
repareren door een vakman of het bevoegde
servicepunt.
½
Gebruik het apparaat niet wanneer het vochtig
is en ook niet in een vochtige omgeving.
½
Wanneer u het apparaat in de open lucht
gebruikt, dient u het via een foutstroom-veilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar) met maximaal
30 mA aan te sluiten. Gebruik alléén een voor
het buitenbereik toegestaan verlengsnoer.
½
Trek in geval van gevaar de steker uit de
contactdoos.
½
Leid de kabel altijd naar achteren van het
apparaat weg.
½
BRANDGEVAAR DOOR WEG-
SPRINGENDE VONKEN! Wanneer
u metaal slijpt, ontstaat een vonken-
regen. Let daarom altijd op dat géén personen
in gevaar worden gebracht en geen brandbare
materialen in de buurt van het werkbereik zijn
opgeslagen.
WAARSCHUWING!
Het bewerken van schadelijke / giftige stoffen
vormt een gevaar voor de gezondheid van de
bedienende persoon of in de buurt aanwezige
personen.
½
Draag een veiligheidsbril, gehoor-
bescherming, stofmasker en veilig-
heidshandschoenen.
½
GEVAAR VOOR VERBRANDINGEN! Het
werkstuk wordt heet tijdens het gebruik. Pak
nooit de te bewerken plek van het werkstuk
vast en laat het afdoende afkoelen. Onder-
breek vooral bij langere slijpwerkzaamheden
steeds weer de bewerking en laat het werkstuk
afkoelen voordat u doorgaat met het slijpen.
Een constant bedrijf van 30 minuten dient niet
te worden overschreden.
½
De dubbele slijpmachine is geconcipieerd voor
het droog slijpen van metaaloppervlakken. Het
GIFTIGE DAMPEN!
Algemene veiligheidsinstructies
apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
droogslijpen.
½
Asbesthoudend materiaal mag niet worden
bewerkt. Asbest geldt als kankerverwekkend.
½
Gebruik geen beschadigde slijpschijven
½
Gebruik alléén slijpschijven waarvan de gege-
vens overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje van het apparaat. De omloopsnel-
heid dient gelijk of groter te zijn dan het aan-
gegeven getal.
½
Stel de beschermhouders
en beschermplaten
zodat de slijtage van de slijpschijven wordt
gecompenseerd. Houd de afstand zo gering
mogelijk.
½
Vermijd het contact met de draaiende slijpschijf.
½
Laat het ingeschakelde apparaat niet zonder
toezicht achter.
½
Gebruik het apparaat nooit ondoelmatig.
½
Let altijd op dat het apparaat uitgeschakeld is
voordat u de netsteker in de contactdos steekt.
½
Schakel altijd eerst het apparaat in en zet het
werkstuk pas daarna tegen de slijpschijf. Til het
apparaat na de bewerking van het werkstuk en
schakel het apparaat dan uit.
½
Houd het werkstuk altijd met twee handen vast.
½
Zorg voor een veilige stand.
½
Laat de slijpschijf / -schijven na de bewerking
van metaal volledig tot stilstand komen.
½
Onderbreek altijd de stroomtoevoer vóór pau-
zes, vóór alle werkzaamheden aan het appa-
raat en wanneer u het werk beëindigd hebt.
½
Gebruik het apparaat voorzichtig en omzich-
tig. Het apparaat moet steeds schoon, droog
en vrij van olie of andere smeermiddelen zijn.
½
Wees steeds waakzaam! Let altijd op wat u
doet en ga met overleg te werk. Gebruik het
apparaat in geen geval wanneer u ongecon-
centreerd bent of u niet goed voelt.
½
Slijpschijven moeten zodanig worden bewaard
dat ze niet worden blootgesteld aan schade-
lijke mechanische en milieu-invloeden.
.
4
(vonkdeflectors)
2
op gezette tijden bij,
3
NL 35