Te zachte banden geven een minder goed rijgedrag van de scooter. Maar ook kost het
meer energie om de scooter voort te bewegen, waardoor de accu's zwaarder belast
worden. Bovendien is de bandenslijtage bij het rijden met zachte banden onnodig
groot.
Voor de juiste bandenspanning, zie 'product specificatie blad'.
Let op bij het op spanning brengen van de banden, dat de druk
nooit de maximaal aangegeven waarde overschrijdt die opgegeven
is in de tabel 'technische gegevens',of zoals deze aangegeven is op
de sticker op het betreffende wiel. Neem in geval van twijfel contact
op met de dealer / leverancier.
Voor de controle van de banden, zie 'onderhoudstabel'.
6.2.1
Banden oppompen
De banden zijn voorzien van autoventielen en kunnen opgepompt worden met een
daarvoor bestemde pomp. Hiervoor kan een voetpomp worden gebruikt, of u kunt de
banden bij een benzinestation laten oppompen.
Draai na het oppompen altijd het dopje weer op het ventiel, zodat er
geen vuil en zand in het ventiel kan binnen dringen.
6.3
Schoonmaken
Afnemen van droog vuil
Bekleding, metalen delen en framedelen kunnen in de regel eenvoudig gereinigd
worden met een droge zachte doek.
Afnemen van modder en/of ander nat vuil
Delen die hiermee bevuild zijn kunnen het beste schoon gemaakt worden door de vuile
delen eerst met een natte spons af te nemen, om ze daarna met een droge zachte
doek droog te wrijven.
Bekleding
Reinigen met een vochtige doek en huishoudzeep. Na het afnemen van het vuil dienen
schoongemaakte delen droog gewreven te worden met een zachte droge doek.
•
Gebruik nooit schurende of agressieve schoonmaakmiddelen.
Deze kunnen krassen veroorzaken op de scooter.
•
Gebruik ook geen organische oplosmiddelen als thinner,
wasbenzine of terpentine.
•
Wees voorzichtig met water in verband met de elektronische
inrichting.
•
Bekleding: niet chemisch reinigen, niet strijken en niet
centrifugeren.
Onderhoud
41