Gebruik
B. Richtingaanwijzers
Door de schakelaar naar rechts te drukken, schakelt u het rechter knipperlicht in.
Door de schakelaar naar links te drukken, schakelt u het linker knipperlicht in.
Door de schakelaar terug in de middenstand te zetten, schakelt u het knipperlicht
uit.
C. Accu-conditimeter
De accu-conditiemeter geeft een globale indicatie van de conditie van de
accu's.
Als de wijzer in het groene vlak staat, betekent dit dat de accu's maximaal
geladen zijn.
Als de wijzer in het oranje vlak staat, betekent dit dat de accu's
behoorlijk ontladen zijn. De scooter is dan nog wel te gebruiken,
maar de accu's moeten binnen afzienbare tijd opgeladen worden.
Als wijzer in het rode vlak staat, moeten de accu's zo spoedig
mogelijk opgeladen worden.
D. Alarmlichten
Door op deze knop te drukken schakelt u de alarmlichten in.
De alarmlichten schakelt u in als u bang bent dat u niet gezien wordt door het
overige verkeer of als u met een storing stil staat.
Door een tweede maal op de toets te drukken, schakelt u de alarmlichten weer uit.
Opmerking
U kunt deze toets ook gebruiken als het contactsleuteltje niet in het contact zit.
E.
Verlichting
Door op de verlichtingsknop te drukken, wordt de verlichting ingeschakeld.
Door voor de tweede maal op de toets te drukken, wordt de verlichting
uitgeschakeld.
F.
Claxon
Met de claxontoetsen kan een waarschuwingssignaal gegeven worden in
gevaarlijke situaties.
De claxon klinkt zolang u de schakelaar ingedrukt houdt.
24
0%
100%
E
F
23
24
25 26
22